1. Cilindervinnen
Geluiddemper en uitlaatpoort
1. Geluiddemper
2. Vonkenvanger
Brandstoffilter vervangen
1. Brandstoftankdop
2. Brandstofleiding
2. Motorafdekking
3. Pakking
4. Afdekking
3. Brandstoffilter
Onderhoud en verzorging
Maak de cilindervinnen schoon, zodat de koellucht er ongehin-
derd langs kan stromen.
Verwijder de motorafdekking om de vinnen schoon te maken.
BELANGRIJK
Om de juiste bedrijfstemperatuur van de motor te handha-
ven, dient koellucht onbelemmerd door de cilindervinnen te
kunnen stromen.
Het verwijderen van blokkades in de koeling of het reinigen
van de cilindervinnen wordt "normaal onderhoud" genoemd.
Eventuele defecten die te wijten zijn aan onvoldoende on-
derhoud vallen niet onder de Garantie.
Koolafzetting in de uitlaatpoort van de cilinder en de geluid-
demper zal leiden tot een lager motorvermogen en overver-
hitting.
Uitlaatpoort en scherm van de geluiddemper moeten regel-
matig worden gecontroleerd.
1.
Verwijder de afdekking, de pakking en het scherm van de
vonkenvanger.
2.
Verwijder de geluiddemper en de pakking.
3.
Plaats de zuiger op het bovenste dode punt. Verwijder vuil
uit de uitlaatpoort van de cilinder en de demper.
Zorg dat er tijdens het reinigen van de uitlaatpoort van de cilin-
der geen krassen op de cilinder of de zuiger komen.
4.
Inspecteer de pakking en vervang deze als zij beschadigd is.
5.
Monteer alle onderdelen van de geluiddemper in omgekeer-
de volgorde van die waarin zij zijn uitgenomen.
OPMERKING
Een verstopt brandstoffilter leidt tot moeilijk starten of een
slechte werking van de motor.
Houd de brandstoftank schoon - zorg ervoor dat er geen vuil
of afval in de brandstoftank terechtkomt.
Controleer of het brandstoffilter na installatie tot op de bo-
dem van de tank reikt.
1.
Verwijder het brandstoffilter via de opening van de brand-
stoftank met behulp van een stuk staaldraad of iets derge-
lijks.
2.
Trek het oude filter uit de brandstofleiding.
3.
Installeer een nieuw brandstoffilter.
17