Programma-onderdeel 'Koeling'
Instellen van de bedrijfsmodus 'koeling'
De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd met
Automatisch
Afhankelijk van de buitentemperatuurvrijgave wordt de passieve
koelfunctie ingeschakeld.
Uit
Schakelt de passieve koelfunctie uit
OPMERKING Alleen bij SW/WW apparaten:
Als de passieve koelfunctie wordt ingeschakeld, schakelt
het programma van de verwarmings- en
warmtepompregelaar de verwarming automatisch in de
bedrijfsmode 'Uit'.
Omgekeerd geldt het volgende:
Als de verwarming wordt ingeschakeld, schakelt het
pro- gramma van de verwarmings- en
warmtepompregelaar de passieve koelfunctie
automatisch in de bedrijfsmodus 'Uit'.
Kühltemperatur einstellen
BT-vrijgave
Gewenste Buitentemperatuurvrijgave
32
Ingest.temp Menggr 1
Gewenste ingestelde temperatuur voor koeling De instelwaarde
bepaalt de instelgrootheid voor de aangestuurde koelmengklep
Activeer menuvelden, stel elke gewenste temperatuur in.
Sla de instellingen op.
:
Parameter einstellen
BT-overschrijding
Menuregel 'Buitentemperatuuroverschrijding'
BT-onderschrijding
Menuregel 'Buitentemperatuuronderschrijding'
Menu veld activeren, stel de gewenste tijd (in uren)
Instellingen opslaan.
OPMERKING
Om de koeling te starten, moet de BT-vrijgave langer dan
de onder BT-overschrijding ingestelde tijd overschreden
zijn of eenmalig met 5 K
De koelfunctie wordt beëindigd, als de BT-vrijgave langer
dan de onder BT-onderschrijding ingestelde tijd wordt
onderschreden.
Alleen bij SW/WW apparaten:
De koelfunctie wordt pas vrijgegeven, als de grond
ingangstemperatuur > 3 °C bedraagt.
De ingestelde temperatuur bepaalt de
aanvoertemperatuur van de warmtepomp tijdens de
koeling.