8 | Onderhoud
5.2
Storingsmeldingen
In geval van een storing verschijnt STORING AANWEZIG op het display.
▶ Druk op de toets " om de storingsmelding op te roepen.
Het display toont de storingscode en een beschrijving van de storing.
1
2
VERGRENDEL. STORING:
VOOR ONTGRENDELEN
OK EN TERUGTOETS
3
GELIJKTIJDIG
3 SECONDEN INDRUKKEN
Afb. 5
Storingsmenu
[1]
Statussymbolen
[2]
Storingscode
[3]
Omschrijving
Wanneer een storing niet kan worden opgelost:
▶ Schakel een installateur of de servicedienst in.
▶ Geef de getoonde storingscode en de ketelgegevens door.
Ketelgegevens
1)
Ketelidentificatie
1)
Serienummer
Datum van de inbedrijf-
stelling
Fabrikant installatie
1) De specificaties vindt u op de typeplaat in de schuiflade van de
bedieningseenheid.
Tabel 3 Ketelgegevens om door te geven in geval van storing
6720869221 (2016/12)
6
Onderhoud
Inspectie en onderhoud
De eigenaar is verantwoordelijk voor de veiligheid en milieuvriendelijk-
heid van de cv-installatie.
Regelmatige inspectie en onderhoud zijn voorwaarden voor het veilig en
milieuvriendelijk bedrijf van de cv-installatie.
Wij adviseren, een contract voor jaarlijkse inspectie en onderhoud af te
sluiten met een erkend installateur.
▶ Laat de werkzaamheden alleen uitvoeren door een erkend installa-
teur.
▶ Laat geconstateerde gebreken onmiddellijk verhelpen.
Mantel reinigen
Geen scherpe of etsende reinigingsmiddelen gebruiken.
▶ Reinig de mantel met een vochtige doek.
Controleer de bedrijfsdruk van de verwarming
0010006630-003
De bedrijfsdruk bedraagt normaal gesproken 1 tot 2 bar.
Wanneer een hogere bedrijfsdruk nodig is, krijgt u deze waarde van uw
installateur.
▶ Lees de actuele bedrijfsdruk in de standaardweergave af
( afbeelding, pagina 2).
CV-water bijvullen
Het bijvullen van het cv-water is voor iedere cv-installatie verschillend.
Laat daarom de installateur het bijvullen voordoen.
OPMERKING:
Materiële schade door temperatuurspanningen!
Bij het bijvullen van koud cv-water in een hete ketel kunnen thermische
spanningen spanningsscheuren veroorzaken.
▶ Vul de installatie enkel in koude toestand. Maximale aanvoertempera-
tuur 40 °C.
De maximale druk van 3 bar, bij de maximale temperatuur van het cv-
water, mag niet worden overschreden (overstortventiel gaat open).
Ontluchten radiatoren
Indien radiatoren niet gelijkmatig warm worden:
▶ Radiatoren ontluchten.
Warmtedragende vloeistof bijvullen bij solarinstallaties
De warmtegeleidende vloeistof mag alleen door een installateur worden
bijgevuld.
De maximale druk van 6 bar, bij de maximale temperatuur van het solar-
systeem, mag niet worden overschreden (veiligheidsklep opent).
Condens