nl
5. Opstelling en aansluiting
5.1 Pompwerk aan de motor
monteren
3 Motor uitgeschakeld
► Plaats de motor op het pompwerk.
► Motor licht draaien zodat de meenemer in de
koppeling past.
► Met het handwiel (rechtse draad) de motor
met het pompwerk verbinden (→ Fig. 1).
5.2 Pompwerk bevestigen
!
GEVAAR
Explosiegevaar bij stationaire toepassing in
explosiegevaarlijk gebied!
► Neem de aanwijzingen over explosieveilige
pompwerken in acht (→ Hoofdstuk 10).
!
VOORZICHTIG
Risico op letsel door het kantelen
van lege vaten en containers!
► Plaats het pompwerk altijd verticaal in de
vatopening.
► Indien nodig, gebruik een vatadapter of
emissiebeschermings-adapter.
► Voorzie de pompwerken van een montageflens
voor insteekdiepten van meer dan 1200 mm
(47 inch) (→ Fig. 2, Pos. 1).
► Voor containers met bewegende vloeistoffen:
Bevestig ook het pompwerk in het onderste
gedeelte
(→ Fig. 2, Pos. 2).
5.3 Verantwoord gebruik
► Uitloopstuk niet op trek of druk belasten
(→ Fig. 3).
► Buigmoment M
aan uitloopstuk heeft de
B
volgende grenswaarde:
Pompwerkmateriaal
Polypropyleen (PP)
Polyvinylideenfluoride
(PVDF)
Aluminium (ALU)
Roestvaststaal (RVS 316) 30 Nm
Hastelloy C (HC)
Tab. 5: Maximaal toegestane buigmoment M
► Pompwerk niet dieper insteken als tot de
uitstroomaansluiting (→ Fig. 4).
► Gebruik bij vloeistoffen met grove
mechanische verontreiniging (bijv.
vezelstoffen) een voetzeef (→ Fig. 5).
► Als de container vaak wordt vervangen en de
pomp zwaar is, gebruik dan indien nodig hijs-
en hefmiddelen.
6. Bediening
3 Let erop dat alle aansluitingen en
verbindingen goed bevestigd zijn.
AANWIJZING
Materiële schade door droogloop!
► Toezicht houden op pompwerken of van
stromingsbewaking voorzien.
► Zorg ervoor dat de pomp vloeistof levert.
► Pompwerken met mechanische afdichting
worden nooit laten drooglopen.
- Dichtingsloze pompwerken mogen max.
15 min. drooglopen.
Maximaal
buigmoment M
B
10 Nm
20 Nm
20 Nm
30 Nm
B
11