4 Bediening
4.1 Controle van aardingsweerstand
De aardig wordt gecontroleerd volgens het foutlus principe. Dit principe wordt gebruikt bij
netwerksystemen (type EE).
Nadat u het apparaat in een 2P+E stopcontact heeft gestoken, wordt de aardingsweerstand
weergegeven. Volgens de NF C15-100 norm dient de aardingsweerstand onder de 100 Ω te liggen.
Wanneer dit het geval is, kleurt het display blauw. Wanneer de waarde hier overheen gaat, kleurt het
display rood.
De PCE-ECT 50 kan waarden tot 1999 Ω meten en weergeven. Is de waarde hoger, dan wordt „OL"
weergegeven op het display:
4.2 Controle van het stopcontact
−
Lokalisatie van de fase- en nul-geleider (links/rechts)
−
Controleren of er een aarde-aansluiting aanwezig is
−
Testen of er een 230 V of een abnormale spanning aanwezig is
Op het display wordt een pictogram van een stopcontact weergegeven, waarop de positie van de
fasegeleider wordt getoond (links/rechts).
In ditzelfde pictogram ziet u ook of er een aarde-aansluiting aanwezig is. Het apparaat kan aarde-
aansluitingen < 2000 Ω weergeven. Verder geeft het display weer welke spanning aanwezig is (230
V). Wanneer de melding „400 V!" verschijnt, dient de installatie gecontroleerd te worden.
GEBRUIKSAANWIJZING
Installatietester PCE-ECT 50
5