Aanbevolen opnamewijze en aansluitingen
De PHA4400 zal nu de instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. De enige
handeling voor de gebruiker in het vervolg is:
1. Sluit de tangen aan op het instrument
2. Zet het instrument aan
De tangen en instellingen zullen automatisch herkend worden.
Nb: Koppel de automatische tangen niet los gedurende een meting. De tangen zullen
worden gereset. Het wordt aanbevolen om de tangen in te stellen voor gebruik.
7.3 Instellingen voor stroommeting
Accessoire
A 1033
Stroomtang 1000 A
A 1069
Minitang 100 A
*
A 1122
Minitang 5 A
*
A 1037
3-Fase Stroom
Transformator
A 1120, A 1099
Flex kit 30 A
A 1120, A 1099
Flex kit 300 A
A 1120, A 1099
Flex kit 3000 A
Nb: 'I-bereik' voor stroomtangen met een ijzeren kern tangen kan worden ingesteld
tussen 10% of 100% van de gemeten stroom. Gebruik in eerste instantie 100%, om
vervolgens te schakelen naar 10% indien de gemeten stroom minder dan 10% van de
nominale stroom is.
* Resultaten van een stroommeting buiten bereik worden geinverteerd weergegeven.
Dit geld voor 7.5A (A1122) en 6A (A1037), ongeacht meetfunctie en bereik.
Fig. 7.7: Automatische herkenning stroomtangen
Meetwaarde
≤ 100 A
> 100 A
≤ 10 A
> 10 A
≤ 0.5 A
> 0.5 A
≤ 0.5 A
> 0.5 A
≤ 3 A
> 3 A
≤ 30 A
> 30 A
≤ 300 A
> 300 A
71
*
I inp. K
I bereik
10%: 100 A
Meting
100%:1000A
1 van 1
Meting
10%: 10 A
100%:100A
1 van 1
Prim:5
10%: 5 A
100%:0,5 A
Sec: 5
10%: 5 A
Prim:5
100%:0,5 A
Sec: 5
100%:30 A
Meting
1 van 1
Meting
100%:300 A
1 van 1
Meting
100%:3 kA
1 van 1
Nauwkeurigheid
±(3 % + 0.3 A)
±(3 % + 3 A)
±(3 % + 0.03 A)
±(3 % + 0.3 A)
±(3 % + 1.5 mA)
±(3 % + 15 mA)
±(3 % + 1.5 mA)
±(3 % + 15 mA)
±(3 % + 0.09 A)
±(3 % + 0.9 A)
±(3 % + 9 A)
Versie 001