4.1 Starten van de instellingsmodus
Terminal inschakelen.
Na de bootcyclus start de terminal automatisch het laatst vrijgegeven applicatieprogramma. Om de
instellingsmodus te starten, schakelt u met de functiepaginatoets
instellingsfuncties.
Functietoetsen:
Functieniveau instellen
Gross
x 10
F 1
F 2
Druk op de toets F6 Setup Mode.
U bevindt zich nu in het keuzemenu Instelmodus.
Door de instellingsmodus navigeren:
Voor de aansturing van de functies staan de functietoetsen F1 t/m F6 ter beschikking.
Afhankelijk van het programma en de situatie voeren ze verschillende functies uit.
Op het display in de functiebalk wordt de betreffende functie weergegeven.
Betekenis van de functietoetsen:
↑
Hiermee verplaatst u de cursor omhoog in de lijst.
↑
Gaat de cursor in de lijst omlaag
End
Sluit de instellingsmodus
Next
Start de gemarkeerde menuselectie
Back
Keert terug naar het volgende hogere niveau
Cancel
Keert terug zonder te veranderen
Delete
Verwijdert een item met retournering
Save
Opslaan en invoeren of wijzigen
→
Cursor rechts
→
Cursor links
Secondary
display
F 3
F 4
naar het niveau van de
Prog
Setup
ram
mode
F 5
F 6
17