2
Laat het water afvoeren door de camera
ondersteboven te houden en deze een
paar keer licht heen en weer te schudden.
•
Doe uw hand door de riem om te voorkomen
dat de camera valt.
3
Wrijf waterdruppels op de camera eraf
met een droge zachte doek en laat de
camera op een schaduwrijke en goed
geventileerde plak drogen.
•
Droog de camera door deze op een droge
doek te zetten. Dit toestel bezit een
afvoersysteem, wat het water in gaten in de
camera [ON/OFF] knop en zoomknop enz. laat
aflopen.
•
Het toestel niet drogen met hete lucht uit een föhn o.i.d. De waterbestendige prestatie
zal verslechteren wegens vervorming.
•
Gebruik geen chemicaliën zoals benzine, verdunner of alcohol, reinigingsmiddelen,
zeep of afwasmiddel.
4
Ga na dat er geen waterdruppels zijn en wrijf eventuele waterdruppels of
zand dat nog binnenin is blijven zitten eraf met een zachte droge doek.
•
Er kunnen waterdruppels aan de kaart of de batterij gaan zitten wanneer de zijklep
geopend wordt zonder dat het toestel door en door gedroogd is. Bovendien zou er zich
water kunnen ophopen in het gat rond de kaart-/batterijgleuf of de
aansluitingsconnector. Zorg ervoor al het water eraf te wrijven met een zachte droge
doek.
•
De waterdruppels zouden in de camera kunnen druipen wanneer de zijklep gesloten
wordt als deze nog nat is, wat voor condensatie of storing kan zorgen.
13
(DUT) VQT4U03