Abnormale druk
Een te lage of te hoge druk op de manometer duidt erop dat het waterdebiet niet
goed ingesteld is.
U dient in dit geval de regelkraan van de bypass verder open of dicht te draaien,
om de druk juist te regelen.
Instellingsfrequentie
Het debiet van de warmtepomp hangt grotendeels af van de watertemperatuur
en in mindere mate van de omgevingstemperatuur.
Het debiet moet dan ook telkens bijgeregeld worden als:
De pomp in werking gesteld wordt en het water koud is,
De temperatuur aan het stijgen is,
De gewenste temperatuur bereikt is.
Daarna moet het debiet gewoonlijk niet meer bijgeregeld worden. Het volstaat
regelmatig de druk op de manometer te controleren om u ervan te verzekeren
dat alles normaal werkt en dat het debiet niet veranderd is.
Overwintering
Bij het winterklaar maken van de warmtepomp, is het noodzakelijk dat:
De stroomtoevoer naar de warmtepomp afgesloten wordt.
De kranen voor en na de bypass gesloten worden.
De warmtewisselaar leeggemaakt wordt om vorstschade te voorkomen.
Hiervoor moet alle water uit het reservoir van de warmtewisselaar afgevoerd
worden door de in- en uitgang van het toestel los te koppelen.
Het toestel afgedekt wordt met een waterdichte cover.
Er is voor elk model een aangepaste cover verkrijgbaar als optie.
Waterkwaliteit (standaard)
Wat betreft de waterkwaliteit, moeten de volgende vereisten gerespecteerd
worden:
Chloorconcentratie lager dan 2,5 ppm
pH-Niveau van 6,9 tot 8
- 17 -