SCHUKO-wandcontactdoos met overspanningsbeveiliging
Afbeelding 3: Aansluitschema contactdooscombinatie
(1) Overspanningsbeveiligingscontactdoos
(4) Contactdoos in normale uitvoering
(5) Verbruiker
o
Overspanningsbeveiligingscontactdoos conform aansluitschema enkele contactdoos
(afbeelding 2) of aansluitschema contactdooscombinatie (afbeelding 3) aansluiten.
i De maximale continuspanning (zie technische gegevens) mag niet worden overschreden.
In meervoudige combinaties zijn bij gebruik van een overspanningsbeveiligingscontactdoos
andere in de combinatie aanwezige contactdozen in normale uitvoering ook beveiligd. De
contactdozen meoten daarvoor op dezelfde fase zijn geïnstalleerd.
o
Monteer de contactdoos met overspanningsbeveiliging in de apparatuurdoos.
o
Frame en afdekking monteren. Let daarbij op de juiste inbouwpositie. Anders is de werking
van de LED niet gegeven.
5 Bijlage
5.1 Technische gegevens
Overspanningsbeveiliging
Nominale spanning
Netfrequentie
Maximale continuspanning
Nullastspanning
Nom. laststroom
Kortsluitingsbestendigheid
Beveiligingsniveau
L/N
L/PE;N/PE
TOV-karakteristiek
Installatie-automaat
Omgevingstemperatuur
Relatieve vochtigheid
Aansluiting
massief
Dit apparaat kan aangesloten verbruikers slechts beveiligen tot het in de technische gegevens
gespecificeerde beveiligingsniveau. Door overspanningen, die hoger zijn, kunnen de aangeslo-
ten apparaten toch beschadigd raken. Hetzelfde geldt voor apparaten, die vragen om een lager
beveiligingsniveau. Daarom zijn wij niet aansprakelijk voor schade, die is ontstaan aan aange-
sloten verbruikers.
82515851
97-09484-0000
Pagina 3/4
Afleider type 3 (one port)
AC 230 V ~ (± 10%)
50 / 60 Hz
AC 255 V ~ (U
4 kV (U
16 A (I
1,5 kA (I
SCCR
≤ 1,25 kV (U
≤ 1,25 kV (U
442 V/5 s/120 min (U
max. 16 A (gG/C)
-5 ... +40 °C
5 ... 95 % (Geen condens)
1,5 ... 2,5 mm²
05.01.2016
)
C
)
OC
)
L
)
)
P
)
P
)
T