Gebruikershandleiding
7. Selecteer Instellingen opsl./doorsturen, Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen, Opslaan op computer en
selecteer vervolgens Ja en afdrukken.
Opmerking:
Om het opslaan van ontvangen documenten op de computer stop te zetten, stelt u Opslaan op computer in op Nee. U
kunt FAX Utility ook gebruiken voor het wijzigen van de instelling, maar het wijzigen van FAX Utility is echter niet
toegestaan als er ontvangen faxen zijn die niet op de computer zijn opgeslagen.
Gerelateerde informatie
"De ontvangstmodus instellen" op pagina 145
&
"FAX Utility" op pagina 228
&
"Melding van onverwerkte ontvangen faxen" op pagina 172
&
Ontvangen faxen doorsturen (Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen)
U kunt instellen om ontvangen documenten door te sturen naar een ander faxapparaat of de documenten naar
PDF converteren en doorsturen naar een gedeelde map op een netwerk of naar een e-mailadres. Doorgestuurde
documenten worden uit de printer verwijderd. Registreer eerst de doorstuurbestemmingen op de lijst met
contacten. Om een e-mailadres door te sturen, moet u ook de instellingen van de e-mailserver configureren.
Opmerking:
❏ Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een andere faxmachine. Ze worden verwerkt als
documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
❏ Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer correct
zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
1. Tik op Instel. op het startscherm.
2. Tik op Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./doorsturen >
Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen.
Als een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en tikt u vervolgens op OK.
3. Tik op Doorsturen.
4. Selecteer Ja.
Opmerking:
Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen, selecteert u Ja en afdrukken.
5. Tik op Gegeven toevoegen.
6. Selecteer doorstuurbestemmingen in de lijst met contacten.
Opmerking:
U kunt tot vijf doorstuurbestemmingen opgeven. Tik op het vinkje om de bestemming te selecteren. Tik opnieuw op het
vinkje om de selectie te annuleren.
7. Wanneer u het selecteren voor doorstuurbestemmingen hebt voltooid, tikt u op Sluiten.
8. Controleer of de doorstuurbestemmingen die u hebt geselecteerd, correct zijn en tik vervolgens op OK.
Faxen
153