5 Montage en installatie
Opgelet!
Risico op materiële schade door te hoge
aansluitspanning!
Bij netspanningen boven 440 V kunnen elek-
tronische componenten vernietigd worden.
▶
Zorg ervoor dat de nominale spanning
van het stroomnet 400 V (+10%/-15%) 3N
~50Hz bedraagt.
Opgelet!
Risico op materiële schade door te groot
spanningsverschil!
Als het spanningsverschil tussen de verschil-
lende fasen van de stroomtoevoer te groot is,
dan kan dit tot storingen van het product lei-
den.
▶
Sluit het product op een stroomtoevoer
met een spanningsverschil van max. 2%
tussen de verschillende fasen aan.
▶
Sluit de netaansluitkabel aan de voedingsaansluiting van
het product aan.
▶
Installeer voor de warmtepomp een eigen foutstroomvei-
ligheidsschakelaar. Gebruik een speciale foutstroomvei-
ligheidsschakelaar die voor gladde gelijkfoutstromen en
voor hoogfrequente bovengolven geschikt is.
▶
Leid de netaansluitkabel door de kabeldoorvoer (PEG-
schroefverbinding) van het product.
5.4.3
24 V-bekabeling uitvoeren
230 V~
230 V~
PE N
L
PE N
L
PE N
X7
FLOOR H
2
X4
EBUS
1
X9
1
eBUS-aansluiting in
de warmtepomp (op
polariteit letten)
2
Aansluiting maximaal-
thermostaat (vloerveilig-
heidsschakeling)
1.
Leid de kabels door de kabeldoorvoer.
Aanbevolen kabelafmeting eBUS
Aanbevolen kabelafmeting eBUS +
maximaal thermostaat
18
3
MA1
MA2
UV1
ZH
Bus
VF1
L
PE N
L
PE N Auf Zu
PE N 1
2
+ -
2 1
3
eBUS aansluiting in de
warmtepompbesturings-
module VWZ AI of in
het hydraulische station
VWL 55/2 A 230 V
VWL 85/2 A 230 V
VWL 115/2 A 230 V
VWL 115/2 A 400 V
VWL 155/2 A 230 V
VWL 155/2 A 400 V
2 x 0,75 mm²
4 x 0,75 mm²
2.
Sluit de eBUS-kabel aan de systeemthermostaat aan.
3.
Als u een maximaalthermostaat (bijv. 50°C) in de aan-
voer van het CV-circuit installeert, verwijder dan de
brug van klem (2) en sluit de maximaalthermostaat aan
deze klem aan.
5.4.4
Kabeldoorvoer monteren
Opgelet!
Risico op storing door ondeskundige
plaatsing van de aansluitleidingen!
Als u de aansluitleidingen van de stroom-
toevoer en de eBUS-leiding door dezelfde
kabeldoorvoer plaatst, dan wordt het signaal
gestoord.
▶
Leid de aansluitleidingen van de stroom-
toevoer en de eBus-leiding door verschil-
lende kabeldoorvoeren in het product.
Ø A
1
1
2
SP1
2 1
4
3
1
Kabeldoorvoer eBUS-
leiding en leiding maxi-
maalthermostaat
1.
Meet de diameter van de kabel.
2.
Boor een gat met de diameter van de kabel in de kabel-
doorvoer.
3.
Plaats de kabel door de kabeldoorvoer.
4.
Trek de kabeldoorvoer met twee steeksleutels vast.
Installatie- en onderhoudshandleiding aroTHERM 0020186581_04
Ø A
2
2
Kabeldoorvoer stroom-
toevoer