Inhoudsopgave
Advertenties
6.22 - Starten met de hulpbatterij
WAARSCHUWING !
Verbind de batterijpolen op de juiste wijze zoals aangegeven in de afbeelding.
Tijdens het starten laat de tangen niet met elkaar in aanraking komen. Gebruik geen
batterijoplader om de noodstart uit te voeren.
Controleer of de hulpbatterij dezelfde elektrische eigenschappen heeft als de ontladen
batterij (zie de gegevens op de batterij).
UN07-0417IC
1) Verwijder de kap "A".
2) Verbind de kabel "B" aan de plus polen
de twee batterijen.
3) Verbind kabel "C" aan de min pool
hulpbatterij en aan het aardpunt van de aardka-
bel "D".
Als de hulpbatterij op een vervoermiddel gemon-
teerd is, de motor ervan starten op een iets ver-
snelde toerental.
4) Wacht ongeveer een minuut en start vervolgens
de motor van de machine.
5) Met gestarte motor ontkoppel de kabels door
eerst de tang van de aardkabel
pelen ver van de batterij.
A
D
van
van de
te ontkop-
C
Inlichting
Indien er geen beschikbare hulpbatterijen
zijn, is het mogelijk de motor handmatig te
activeren.
Voor de procedure raadpleeg de handlei-
ding van de vonk ontstekingsmotor.
6.27
B
6.22.1
Advertenties
Inhoudsopgave
