Extra installatie-opties voor de printer
5
Duw de geheugenkaart recht in de connector totdat de kaart vastklikt.
6
Plaats de systeemkaartklep terug.
Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren
De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van
elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of
geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit
te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer,
schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd
door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of
aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
1
Open het toegangspaneel van de systeemkaart.
2
Pak de kaart uit.
Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
18