Invacare® Fox™
•
Dopsleutel van 10 mm
•
inbussleutel van 5 mm
De verschillende zithoekopties worden op een
schaalaanduiding op de middenstang aangegeven.
Afhankelijk van de zithoogte aan de achterkant, moet u
respectievelijk de onderste of bovenste schaalaanduiding
gebruiken:
•
Bovenste zithoogte: gebruik de onderste
schaalaanduiding
•
Laagste zithoogte: gebruik de bovenste schaalaanduiding
1.
Draai de schroef en moer A los en verwijder ze.
2. Zet de middenstang in de gewenste positie.
3. Plaats de schroef en moer terug en draai ze vast.
36
Fig. 5-10
Fig. 5-11
5.5 De rugleuning aanpassen
LET OP!
Het aanpassen van de zit- of rughoek wijzigt
de geometrie van het mobiliteitshulpmiddel
en heeft onmiddellijk effect op de dynamische
stabiliteit!
– Raadpleeg voor details over de dynamische
stabiliteit, maximale hellingshoeken en
obstakels en de correcte aanpassing van zit- of
rughoek 6.5 Over hindernissen rijden, pagina
65 en 6.6 Hellingen op- en afrijden, pagina 67.
5.5.1 De rughoek aanpassen
LET OP!
Het aanpassen van de zit- of rughoek wijzigt
de geometrie van het mobiliteitshulpmiddel
en heeft onmiddellijk effect op de dynamische
stabiliteit!
– Raadpleeg voor details over de dynamische
stabiliteit, maximale hellingshoeken en
obstakels en de correcte aanpassing van zit- of
rughoek 6.5 Over hindernissen rijden, pagina
65 en 6.6 Hellingen op- en afrijden, pagina 67.
1578440-I