Bedraad netwerk
Voor gebruikers van de bekabelde netwerkinterface
(Mac OS X 10.3.9 - 10.4.x - 10.5.x)
12
Voordat u installeert
a
Controleer of de machine is aangesloten en of
de Macintosh is ingeschakeld. U dient te zijn
aangemeld met beheerderrechten.
BELANGRIJK
• Als u Mac OS X gebruikt, ga dan naar
http://solutions.brother.com/ voor de meest
recente drivers en informatie.
• Bij gebruik van Mac OS X 10.3.0 tot en met
10.3.8 moet u upgraden naar Mac OS X
10.3.9 - 10.5.x.
• Controleer of er geen geheugenkaarten of
een USB-flash-stick in de machine zijn
geïnstalleerd.
• Als u uw toestel voor een draadloos netwerk
hebt geconfigureerd en u het vervolgens
voor een bekabeld netwerk wilt
configureren, dient u te controleren of
Netwerk I/F op de machine is ingesteld op
LAN met kabel. De draadloze
netwerkinterface wordt uitgeschakeld met
deze instelling. Druk op Menu.
Druk vervolgens op a of b om 3.Netwerk te
selecteren en druk op OK.
Druk op a of b om 3.Netwerk I/F te
selecteren en druk op OK.
Druk op a of b om LAN met kabel te
selecteren en druk op OK.
Druk op Stop/Eindigen.
(alleen DCP-373CW/375CW/377CW)
13
De netwerkkabel
aansluiten
a
Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan
beide zijden van de machine om het
scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de
open stand vergrendeld is.
b
Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-poort,
gemarkeerd met een
poort bevindt zich links in de machine, zoals
hieronder getoond.
LAN
USB
Macintosh
-symbool. De LAN-
19