Voltlimiet [424]
Wordt gebruikt om de overspanningsregelfunctie uit te
schakelen als uitsluitend remmen via remchopper en
weerstand nodig is. De overspanningsregelfunctie beperkt
het remkoppel zodat het spanningsniveau van de
tussenkring naar een hoog, maar veilig maximaal niveau
wordt geregeld. Dit wordt gerealiseerd door het
daadwerkelijke deceleratietempo tijdens het stoppen te
beperken. Bij defecten aan de remchopper of de
remweerstand zal de FO trippen wegens "Overspanning"
om te voorkomen dat de lading valt, bijv. bij
kraantoepassingen.
LET OP: De overspanningsregeling moet niet worden
geactiveerd bij gebruik van remchopper.
424 Volt Limiet
A
Stp
Standaard:
Aan
Aan
0
Overspanningsregeling geactiveerd
Uit
1
Overspanningsregeling uit
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43364
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
11.5 I/O's en virtuele verbindin-
gen [500]
Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen
en -uitgangen van de FO.
11.5.1 Analoge ingangen [510]
Submenu met alle instellingen voor de analoge ingangen.
AnIn1-functie [511]
Stelt de functie in voor Analoge ingang 1. Schaal en bereik
worden bepaald door AnIn1 Geavanceerde instellingen
[513].
Emotron AB 01-4429-03r2
Aan
170/13
UInt
UInt
511 AnIn1 Funct
Stp
Standaard:
Proces Ref
Uit
0 Ingang is niet actief
De ingang fungeert als bovenlimiet voor
Max Toeren
1
het toerental.
De ingang fungeert als bovenlimiet voor
Max Koppel
2
het koppel.
De ingangswaarde komt overeen met de
actuele proceswaarde (feedback) en
wordt door de PID-regelaar vergeleken
ProcesWaarde 3
met het referentiesignaal (setpoint) of
kan worden gebruikt om de actuele
proceswaarde weer te geven en te
bekijken.
Referentiewaarde wordt ingesteld voor
regeling in proceseenheden, zie
Proces Ref
4
Procesbron [321] en Proceseenheid
[322].
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43201
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
LET OP: Als AnInX Funct=Uit, is het aangesloten signaal
nog altijd beschikbaar voor Comparators [610].
Analoge ingangen optellen
Als er meer dan één analoge ingang wordt ingesteld voor
dezelfde functie, kunnen de waarden van de ingangen bij
elkaar op worden geteld. Bij de volgende voorbeelden gaan
we ervan uit dat Procesbron [321] is ingesteld op Toerental.
Voorbeeld 1: Signalen optellen met verschillende weging
(fijninstelling).
Signaal op AnIn1 = 10 mA
Signaal op AnIn2 = 5 mA
[511] AnIn1 Funct = Proces Ref.
[512] AnIn1 Setup = 4-20 mA
[5134] AnIn1 FcMin = Min (0 rpm)
[5136] AnIn1 Fc Max = Max (1500 rpm)
[5138] AnIn1 Oper = Add+
[514] AnIn2 Fc = Proces Ref.
[515] AnIn2 Setup = 4-20 mA
[5164] AnIn2 FcMin = Min (0 rpm)
[5166] AnIn2 FcMax = Eigen def.
[5167] AnIn2 WaMax = 300 rpm
[5168] AnIn2 Oper = Add+
A
Proces Ref
169/105
UInt
UInt
Functiebeschrijving
113