gedurende 3 minuten. Hierdoor kunt u een stabiele toestand bereiken (waarin uw hartslag constant wordt). Na deze 3
minuten meet de console uw hartslag en het afgeleverde vermogen. De computer gebruikt deze waarden, samen met uw
leeftijd en gewicht, om een conditiescore te berekenen.
Opmerking: Fitness Test-scores mogen alleen worden vergeleken met uw vorige scores en niet met andere
gebruikersprofielen.
Vergelijk uw conditiescores om uw vooruitgang te zien.
Hersteltestprogramma
De 'Recovery Test' geeft aan hoe snel uw hart zich vanuit een trainingstoestand herstelt naar een meer rustige toestand.
Een hoger herstel is een indicator van toenemende conditie.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
Kies bij een verhoogde hartslag het hersteltestprogramma. Op de console verschijnt 'STOP EXERCISING' (Stop met
trainen), waarbij de doelwaarde begint af te tellen. Stop met trainen, maar blijf de hartslagsensoren vasthouden. Na 5
seconden verschijnt er 'RELAX' (Ontspan) op het display en wordt er afgeteld tot 00:00. Gedurende de hele minuut wordt
ook uw hartslag op de console weergegeven. U moet de hartslagsensoren gedurende de hele test vasthouden als u geen
draadloze hartslagmeter gebruikt.
Op het display blijft de boodschap 'RELAX' en uw hartslag te zien totdat het doel 00:00 bereikt. De console zal vervolgens
uw herstelscore berekenen.
Herstelscore = uw hartslag bij 1:00 (het begin van de test) minus uw hartslag bij 00:00 (het einde van de test).
Hoe hoger de 'Recovery Test'-score, des te sneller uw hartslag terugvalt naar een meer rustige toestand, wat een indicatie
is van een verbeterende conditie. Wanneer u deze waarden registreert over een langere periode, kunt u een tendens zien
naar een betere gezondheid.
Wanneer u het 'Recovery Test'-programma kiest en er geen hartslagsignaal of -weergave is, verschijnt er op de console
'NEED HEART RATE' (Hartslag nodig). Deze boodschap wordt gedurende 5 seconden weergegeven. Als er geen signaal
wordt gedetecteerd, wordt het programma beëindigd.
Praktische tip: Voor een meer relevante score probeert u gedurende 3 minuten een stabiele hartslag te verkrijgen voordat
u het herstelprogramma start. Dit is gemakkelijker in het handmatige programma, waar u de beste resultaten verkrijgt,
omdat u er het weerstandsniveau kunt regelen.
Trainingsprogramma's met hartslagcontrole (HRC)
In de programma's met hartslagcontrole (HRC) kunt u een hartslagdoel voor uw training instellen. Het programma be-
waakt uw hartslag in slagen per minuut (BPM) door middel van de CHR-sensoren op het toestel of een hartslagborstband,
en past de training zo aan dat uw hartslag in de geselecteerde zone blijft.
Opmerking: Voor een goede werking van het HRC-programma moet de console de hartslaggegevens van de CHR-
sensoren of de HRM-borstband kunnen aflezen.
De programma's met doelhartslag gebruiken uw leeftijd en andere gebruikersinformatie om de hartslagzonewaarden voor
uw training in te stellen. Op het consoledisplay verschijnen vervolgens boodschappen voor het instellen van uw training:
1. K ies het niveau van de Heart Rate Control-training: BEGINNER ('BEG') of ADVANCED ('ADV'), en druk op OK.
2. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om het percentage van de maximale hartslag te selecteren: 50–60 %,
60–70 %, 70–80 %, 80–90 %.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter referentie worden gebruikt.
29