De infuusset vullen
Gebruik waar mogelijk een infuusset met een antisifonklep. De antisifonklep voorkomt vrije flow als een infuusset
w
op de verkeerde manier in de pomp wordt geladen of eruit wordt verwijderd. Infuussets met een antisifonklep
kunnen enkel worden gevuld wanneer ze in de pomp zijn geladen.
Wanneer infuussets zonder antisifonklep worden gebruikt, bv. 273-004, 273-007 en 273-008, kan de infuusset
worden gevuld zonder de pomp te gebruiken. Het wordt aanbevolen om een druppelsensor te gebruiken wanneer
een infuusset zonder antisifonklep wordt gebruikt. De druppelsensor zorgt ervoor dat de pomp een alarm afgeeft
wanneer een significante afwijking van de ingestelde infusiesnelheid wordt waargenomen.
1 . Zorg ervoor dat de pomp is ingeschakeld en de lijnklem geopend is .
2 . Plaats de infuusset (zie 'De infuusset plaatsen') .
3 . Druk eenmaal op toets
b
4 . Houd de toets
b
ingedrukt terwijl
zichtbaar is (volgens het ziekenhuisprotocol) .
5 . Sluit de set aan op de patiënt of een andere infuusset .
6 . Start de infusie (zie 'De infusie starten') .
Gebruik de vulfunctie om de infuussets te vullen voordat er een infuus gestart wordt.
w
Sluit de infuusset nooit aan op de patiënt terwijl deze gevuld wordt.
Het geleverde vulvolume (E) wordt niet van de TIV afgetrokken of bij het totale geïnfundeerde volume geteld.
Nadat de vulfunctie is gebruikt, kan deze niet opnieuw worden gebruikt totdat de deur is geopend en weer gesloten
of totdat de pomp is uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
.
E
wordt weergegeven .
E
nog altijd wordt weergegeven en vul de infuusset tot er geen lucht meer in de IV-lijn
BDDF00165 Uitgave 1
Alaris™ GW volumetrische pompen
15/40
Aan de slag