5
Leg de enveloppen in de MP-lade en schuif ze tot tegen de
achterkant van de lade. Leg niet meer dan 3 enveloppen tegelijk
in de MP-lade, anders kunnen ze vastlopen.
De enveloppen moeten recht en in de juiste positie in de
MP-lade liggen. Anders worden de enveloppen niet goed
ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kunnen de
enveloppen vastlopen.
6
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze af op het formaat
van de envelop.
Wanneer u enveloppen in de MP-lade doet, dient u rekening te
houden met het volgende;
■
Tijdens het printen gaat de binnenste lade omhoog om de
enveloppen in de DCP te laden.
■
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn.
■
Leg eerst de bovenzijde van het envelop in de lade en duw
deze daarna voorzichtig helemaal in de lade.
7
Verzend de afdrukgegevens naar de DCP.
8
Wanneer u klaar bent met printen, sluit u de uitvoerlade achteraan.
DE DCP ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 6 - 16