Start van de motor
Controleer of het dagelijkse onderhoud volgens het
onderhoudsschema is uitgevoerd. Controleer of er
voldoende brandstof in de brandstoftank aanwezig
is.
Brandstofkraan
Open de brandstofkraan. Breng de hendel
helemaal naar rechts.
Chokehendel
Bij het starten van een warme motor moet de
hendel in de rechterstand staan, zie afbeelding.
Bij het starten van een koude of halfwarme motor
wordt de hendel geheel of gedeeltelijk naar links
gebracht.
Breng de hendel terug naar rechts wanneer de
motor gestart is. Is de motor koud kan het beter zijn
om de hendel in een aantal stappen terug te
brengen. Zoek dan naar de stand waarin de motor
schoon loopt.
Gashendel
Zet de gashendel op het stuur in stand START /
DISENGAGE.
Motorschakelaar op de motor
Draai de motorschakelaar met de klok mee naar
stand ON.
GEBRUIK
8011-182
8011-183
8011-180
8011-071
Nederlands – 19