I/F (interface) mode (Interfacemodus)
De printer beschikt over een ingang voor een optionele interface
naast de ingebouwde parallelle interface en USB-interface. U hebt
voor de interfacemodus de volgende mogelijkheden: Auto
(Automatisch), Parallel, USB of Option (Optioneel). Als u Auto
(Automatisch) selecteert, selecteert de printer automatisch de
interface die de gegevens ontvangt en wordt die interface
gebruikt tot het einde van de afdruktaak. Met de instelling Auto
(Automatisch) kunt u de printer met meerdere computers delen
zonder dat u de interfacemodus hoeft te wijzigen.
Als er slechts één computer op de printer is aangesloten, kunt u
Parallel, USB of Option (Optioneel) kiezen, afhankelijk van de
interface die door de computer wordt gebruikt.
Auto I/F (interface) wait time (Wachttijd voor automatische
interface)
Als de printer zich in de modus voor de automatische interface
bevindt en deze geen gegevens van de momenteel geselecteerde
interface ontvangt gedurende de tijd die met deze instelling is
opgegeven, wordt bepaald welke interface gegevens ontvangt en
wordt er naar die interface overgeschakeld. U kunt 10 seconds
(10 seconden) of 30 seconds (30 seconden) voor de wachttijd
voor de automatische interface opgeven.
Parallel I/F bidirectional mode (Bidirectionele modus voor
parallelle interface)
De bidirectionele overdrachtsmodus voor de parallelle interface
wordt gebruikt als deze functie is ingeschakeld. Schakel deze
functie uit als de bidirectionele overdrachtsmodus niet nodig is.
Bedieningspaneel
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
131