Pagina 1
Multigas- detector Bedieningshandleiding De essentiële handleiding voor veiligheidsteams en instrumentgebruikers Versie 18 21 februari 2020 Onderdeelnummer.: 17130279-6...
Batterijstatus ................................27 Op nul instellen ..............................27 Kalibreren ................................28 Testrun.................................. 29 Driedimensionale tekening ............................30 Legenda voor de MX6-tekening ..........................30 Accessoires ................................32 Specificaties en garantie ............................33 Specificaties ................................33 Sensorconfiguratie ..............................34 Sensors ..................................35 Garantie ..................................
Pagina 4
Tabel 2.1 Aanbevolen procedurefrequentie ......................10 Tabel 2.2 Minimum bemonsteringstijd voor veel voorkomende lengtes van de bemonsteringslijn ......11 Afb. 3.1 Overzicht van het X-6 iBrid instrument ......................13 Afb. 3.2 Uitleg van het gasbewakingsscherm ......................14 Tabel 4.1 Alarm- en waarschuwingsschermen ......................15 Afb.
Waarschuwingen en opmerkingen Belangrijkste functies Stroomdiagrammen snelstartmenu Certificaties Elke MX6 iBrid is gecertificeerd door een of meer certificatie-instellingen (CI’s). De goedgekeurde toepassingen ® waarvoor een instrument is gecertificeerd, staan op de etiketten op het instrument. Als een nieuwe certificatie wordt verkregen, geldt deze niet met terugwerkende kracht voor elk instrument waarbij de markering niet op het etiket is aangegeven.
-20 °C tot 55 °C met de lithiumionaccu. De MX6 is UL-geclassificeerd, maar alleen wat betreft de intrinsieke veiligheid voor gebruik in als klasse I, divisie 1, groep A B C D; T4 en klasse II, groep F en G en klasse I, zone 0, AEx ia IIC T4 geclassificeerde plaatsen met de li-ionbatterij, ond.nr. 17131038-1 en 17131038- 2 voor een omgevingstemperatuur ≤...
Pagina 7
Tabel 1.2 Waarschuwingen en aandachtspunten WAARSCHUWING: Ontploffingsgevaar. Vervang batterijen alleen op niet-gevaarlijke plaatsen. De alkalinebatterij is alleen goedgekeurd voor gebruik met Duracell MN 1500 of Rayovac LR6 batterijen. Gebruik tegelijkertijd geen batterijen van verschillende fabrikanten. Vervang alle batterijen op hetzelfde moment.
LET OP: Om aan de eisen van 30 CFR 75, Subpart D, te voldoen, moet op het scherm "CH4" en “%VOL” verschijnen tijdens de opstartprocedure van de detector. LET OP: Het model MX6 iBrid multigasdetector moet zodanig worden geconfigureerd dat een katalytische sensor, model 4L-LEL, ond.nr. 1710-5081, (CH4, 0-5% v/v) is inbegrepen.
(per IrDA fysieke-laagspecificatie) die wordt gebruikt voor infrarode (I/R) datatransmissies met snelheden van 115.200 bytes/seconde. Bevindt zich op de achterkant van de MX6 voor handvrije gasdetectie. Er wordt ook Klem/aansluiting een polsbandje meegeleverd om te voorkomen dat het instrument tijdens het gebruik op de grond valt.
Pagina 10
Tabel 1.3 Overzicht van de belangrijkste functies Functie Beschrijving De toegang tot de Configuratiemodus kan worden beveiligd met een Beveiliging beveiligingswachtwoord. Wanneer dit wachtwoord wordt geactiveerd, moet u het invoeren om toegang te kunnen krijgen en de parameters in het Configuratiemenu te kunnen wijzigen.
Aanbevolen methoden Procedures Procedurefrequentie Allereerste gebruik Bemonstering op afstand Procedures Als de hieronder beschreven procedures regelmatig worden uitgevoerd, zal het instrument correct blijven werken en wordt de veiligheid van de gebruiker verhoogd. Configuratie. Met behulp van de configuratieprocedure kan gekwalificeerd personeel de instellingen van een instrument beoordelen en aanpassen.
Gebruik de onderstaande informatie ter ondersteuning van de stabiliteit van biased sensors in de MX6 iBrid ® Wanneer een biased sensor wordt gebruikt en de waarschuwing batterij bijna leeg op de display van de MX6 iBrid verschijnt: • Vervang de alkalinebatterijen of laad de Li-ionbatterij met uitgebreid bereik op.
Bemonstering op afstand Bij bemonstering met een door een motor aangedreven pomp en bemonsteringslijn adviseert Industrial Scientific het volgende: • Kies het slangtype op basis van de doelgassen. Als de doelgassen bekend zijn, gebruikt u met Teflon beklede slangen voor het bemonsteren van deze gassen: chloor (Cl ), chloordioxide (ClO ), waterstofchloride (HCl) en vluchtige organische stoffen (VOS).
In- en uitschakelen Gasbewakingsscherm Hardwareoverzicht De MX6 multigasdetector is een handheld, in een docking station te plaatsen instrument voor persoonlijke bescherming. De vijfvoudige navigatieknop wordt hieronder gedetailleerd weergegeven. De knopsymbolen worden in het kader van de instructietekst in dit document gebruikt.
Om de pomptest uit te voeren, moet de luchtbemonsteringsleiding* op de nippel van de pompinlaat worden aangesloten. Gebruik een geschikte waterafsluiter aan het andere einde van de bemonsteringsleiding. *Opm.: De luchtbemonsteringsleiding kan bestaan uit alleen een slang, alleen een sonde of een slang en een sonde (in dat geval wordt de slang gebruikt om het apparaat aan te sluiten en de sonde om de sonde te verplaatsen terwijl het apparaat op zijn plaats wordt gehouden).
Bediening Alarmen en waarschuwingen Menusysteem Navigatie Locaties van functies in de bedieningsmodus Alarmen en waarschuwingen Alle alarmen en waarschuwingen die op het scherm verschijnen, moeten serieus worden genomen en vervolgens moeten de juiste maatregelen volgens het bedrijfsbeleid en -voorschriften worden genomen. Tijdens een gasalarm worden sensortypes als zwarte, knipperende tekst en gasmeetwaarden als vaste rode cijfers weergegeven.
Tabel 4.1 Alarm- en waarschuwingsschermen Waarschuwing batterij bijna op De batterij kan nog minder dan één uur worden gebruikt. Als minder dan 10 minuten resteren, knipperen het bericht en pictogram; een hoorbaar alarm (indien ingeschakeld) wordt ook geactiveerd. Neem de juiste maatregelen volgens het bedrijfsbeleid. Pompfoutalarm Neem de juiste maatregelen volgens het bedrijfsbeleid.
Afb. 4.1 Het menu activeren Instructie Scherm Terminologie Als de achtergrondverlichting van het gasbewakingsscherm niet is ingeschakeld, drukt u één keer op om deze in te schakelen. Druk nogmaals op om het menu Bedieningsmodus te activeren. Het verschijnt dan bovenaan het gasbewakingsscherm zoals hier getoond;...
Pagina 22
Afb. 4.3 Andere toetsenblokfuncties Druk op Resultaat Willekeurige knop Activeer de achtergrondverlichting. Start een taak. Bevestig of annuleer een actie. Verander de status van een item (bijv. van aan naar uit). ▲of ▼ Voer tekst of waarden in een gegevensveld in. ◄of ►...
Locaties van functies in de bedieningsmodus Vanaf de drie tabbladen van het basismenu zijn alle functies toegankelijk. Gebruik de bovenstaande navigatie- instructies om het basismenu te activeren en open dan het vervolgkeuzemenu van een tabblad. De (onderstaande) lijst met functielocaties toont de vervolgkeuzemenu’s en beschrijft de opties die vanaf elke menuoptie toegankelijk zijn.
Pagina 24
Afb. 4.5 Lijst met functielocaties Vervolgkeuzemenu Menuoptie Toegankelijke opties Start een nieuwe datalog- sessie. Geg. menu Nw sessie Bekijk een grafiek met gasmeetwaarden voor alle Geg.weerg. geïnstalleerde sensors of voor een bepaalde sensor. Bekijk numerieke of grafische weergaven van TWA- of STEL-meetwaarden voor alle giftige sensors of voor een bepaalde giftige sensor.
Configuratie Toegang Locaties van functies in de configuratiemodus Toegang Met behulp van de instructies in hoofdstuk 4 kan gekwalificeerd personeel door het menusysteem navigeren om toegang te krijgen tot en te werken in de configuratiemodus. De terminologie van het menusysteem wordt hieronder nogmaals weergegeven en uitgelegd samen met de instructies voor toegang tot de configuratiemodus.
Pagina 26
Afb. 5.1 Configuratiemodus openen Instructie Scherm Terminologie Druk op ▼ of ▲ om een teken te selecteren. Druk op ► om het volgende teken te maken of ◄ om het laatste teken te wissen. Druk op om het wacht- woord te markeren, dan ▼om “OK”...
Pagina 27
Afb. 5.2 Schermsymbolen Symbool Betekenis ► Navigatie Elke menuoptie heeft een extra scherm, dat het beveiligingsteamlid kan openen. Actie: Druk op om naar het volgende scherm te gaan. NB: MSHA-instrumenten waarbij de draadloze datatrans-missieoptie af fabriek is ingeschakeld, hebben in het config-keuzemenu de optie “Draadloos”.
Locaties van instellingen in de configuratiemodus Vanuit het menu Configuratiemodus zijn alle configureerbare instellingen toegankelijk. De (onderstaande) lijst met instellingslocaties toont de vervolg-keuzemenu’s en beschrijft de opties die vanaf elke menuoptie toegankelijk zijn. Tabel 5.1 Lijst met instellingslocaties Vervolg-keuzemenu Item Toegankelijke instellingen Bewerk de instellingen voor de achter-grondverlichting, klok, Config menu...
Pagina 29
Tabel 5.1 Lijst met instellingslocaties Vervolg-keuzemenu Item Toegankelijke instellingen Schakel een sensor in of uit. Sensormenu Sensors Stel alarmwaarden (hoog, laag en STEL) en de TWA-tijdbasis in. Stel kalibratiegaswaarden en -eigenschappen in. Schakel toegang tot de volgende taken in de bedieningsmodus in Opties of uit: op nul instellen, kalibreren, pieken wissen en testrun.
Pagina 30
Tabel 5.2 Configuratiemodus afsluiten Vervolg-keuzemenu Item Resultaat Met Afsluiten en “[x]” wordt de configuratiemodus afgesloten en Afsluiten keert u terug naar het gasbewakingsscherm. Wijzigingen in de configuratiemodus zijn aangebracht, worden alleen in het instrumentprofiel opgeslagen; dit heeft geen gevolgen voor andere profielen.
Taken, schema’s en accessoires Batterijstatus Op nul instellen Kalibreren Testrun Driedimensionaal schema Accessoires Batterijstatus Het batterijpictogram op het gasbewakingsscherm geeft de huidige batterijstatus (resterende levensduur) weer. Afhankelijk van het geïnstalleerde LCD-scherm kan één van twee verschillende pictogrammen voor elk laadniveau verschijnen.
Als het instrument is uitgerust met een CO -sensor, wordt deze als laatste op nul ingesteld. Voor het op nul instellen van een CO -sensor moet nul lucht worden toegepast. Het instrument vraagt de gebruiker om nul lucht toe te passen. Als de gebruiker OK selecteert, wordt de CO -sensor op nul ingesteld.
Wanneer de kalibratie is voltooid, worden op het laatste scherm de geslaagde, marginale, overgeslagen en niet- geslaagde sensors aangegeven als er zes sensors zijn geïnstalleerd. Testrun Activeer in het menu Bedieningsmodus de vervolgkeuzelijst “Sensor”. Selecteer de optie “Testrun” en druk op Het instrument vraagt de gebruiker van het instrument om het testrunverzoek te bevestigen.
Items die in de bovenstaande tekening zijn weergegeven, maar NIET in de onderstaande tabel zijn vermeld, kunnen niet in het veld worden vervangen. Legenda voor de MX6-tekening Tabel 6.2 MX-6 in het veld vervangbare onderdelen Tekeningnummer Naam onderdeel...
Garantie Specificaties Tabel 7.1 Batterijeigenschappen Gebruiksduur (uur) Oplaadtijd (uur) Li-ionbatterij met uitgebreid bereik MX6 iBrid zonder pomp < 8 MX6 iBrid met pomp < 8 Alkalinebatterij MX6 iBrid zonder pomp niet van toepassing MX6 iBrid met pomp niet van toepassing Typische gebruiksduur voor volledig opgeladen batterij werkend bij omgevingstemperatuur in een instrument met CO-, O2-, LEL- (katalytisch) en H2S-sensors geïnstalleerd.
Sensorconfiguratie Er kunnen maximaal vijf sensoren worden geïnstalleerd, elk op een of meer specifieke locaties. Door de installatie van een COSH (CO + H S) sensor wordt een sensorconfiguratie mogelijk die meetwaarden voor zes gassen biedt. Om binnendringen van ongewenste stoffen te voorkomen, moet een compatibele plug worden aangebracht in de opening van alle niet-geïnstalleerde sensoren.
Sensors Tabel 7.3 Sensoreigenschappen en -nauwkeurigheid Sensornaam Eigenschappen Nauwkeurigheid Afkorting Reactietijd Over volledige meet- en Bij kalibratietemperatuur (type) Meet- (nominaal) temperatuur-bereik Zuurstof Zuurstof 0–30% 0,10% 15 s ±0,8% vol (0–2,9 vol) -20°C tot 55°C 5–95% ±0,8% vol 20,9% vol (-4°F tot 131°F) ±0,5% vol (3–25,0 vol) (elektrochemisch) ±0,8% vol (25,1–30,0 vol)
Pagina 40
Tabel 7.3 Sensoreigenschappen en -nauwkeurigheid Sensornaam Eigenschappen Nauwkeurigheid Afkorting Reactietijd Bij kalibratietemperatuur Over volledige meet- en (type) Meet- (nominaal) temperatuur-bereik Koolmonoxide 0 tot 1,00 20 s ±5,0% -20°C tot 50°C 15–90% ±15,0% (waterstof laag) 1,000 100 ppm (-4°F tot 122°F) CO/H laag (elektrochemisch)
Pagina 41
Tabel 7.3 Sensoreigenschappen en -nauwkeurigheid Sensornaam Eigenschappen Nauwkeurigheid Afkorting Reactietijd Bij kalibratietemperatuur Over volledige meet- en (type) Meet- (nominaal) temperatuur-bereik Stikstofmonoxideb 0 tot 1,00 28 s 10,0% -20°C tot 50°C 15–90% ±15,0% 1,000 25 ppm (-4°F tot 122°F) (elektrochemisch) Fosfine 0 tot 5 0,01 18 s...
Pagina 43
LEL-concentratie te berekenen: 20,2%. * De lijst met brandbare gassen is geen volledige lijst van alle brandbare gassen die met de MX6 kunnen worden gedetecteerd. Neem contact op met de afdeling technische dienst van Industrial Scientific voor aanvullende informatie over de detectie van brandbare gassen.
Garantie De draagbare MX6 iBrid gasdetectors van Industrial Scientific Corporation zijn bij normaal en juist gebruik en ® onderhoud gegarandeerd vrij van materiaal- en fabricagefouten, zolang het instrument wordt ondersteund door Industrial Scientific Corporation. De bovengenoemde garantie geldt niet voor sensors, batterijen en inwendige pompen. Deze zijn tot 24 maanden vanaf de verzenddatum gegarandeerd vrij van materiaal- en fabricagefouten, tenzij schriftelijk anders wordt aangegeven in de documentatie die bij het product is geleverd.
Pagina 45
MX6 iBrid zijn handelsmerken van Industrial Scientific Corporation. ® ® Alle handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Deze helpmaterialen of een deel hiervan mogen niet zonder schriftelijke toestemming van Industrial Scientific worden gekopieerd, herdrukt of gereproduceerd in welke materiaalvorm dan ook, met inbegrip van, maar niet beperkt tot het fotokopiëren, overschrijven, overdragen of opslaan ervan op welk medium dan ook, of het vertalen in...