H
IAC
ANDLEIDING
Handleiding versie 1.0 (25-09-2012)
Deeltjesscheiding binnen-buiten
In deze toepassing wordt het luchtgordijn gebruikt in combina-
tie met een deur naar buiten. Het doel is om schadelijke deel-
tjes binnen het gebouw te houden door de uitwisseling van
binnen- en buitenlucht te verminderen.
Het regelsysteem regelt automatisch de sterkte van het lucht-
gordijn door te reageren op de binnen- en buitentemperatuur.
1.3.2 Samenstelling van de luchtgordijnopstelling
De samenstelling van het regelsysteem verschilt per toepas-
sing.
Luchtgordijnen met waterverwarming (type W)
Deze samenstelling wordt toegepast bij klimaatscheiding bin-
nen-buiten. Zij bestaat uit:
•
verschillende IndAC luchtgordijn-toestellen van het type
W (met waterverwarming), waarvan één toestel een voor-
geïnstalleerde IAC-sensorkit bevat;
•
één of meerdere gemotoriseerde waterverwarmingsventie-
len;
•
een ventilator-regelaar (modulerend of stappen-geregeld);
•
een IAC-regelbox van type W;
•
1 buitentemperatuursensor.
Luchtgordijnen zonder verwarming (type A)
Deze samenstelling wordt toegepast bij temperatuurscheiding
binnen-binnen en bij deeltjesscheiding binnen-buiten. Zij
bestaat uit:
•
verschillende IndAC luchtgordijn-toestellen van type A
(zonder verwarming);
•
een ventilator-regelaar (modulerend of stappen-geregeld);
•
een IAC-regelbox van type A;
•
3 externe temperatuursensoren die binnen en buiten kun-
nen worden geplaatst.
Opmerking:
n
Met temperatuurscheiding binnen-binnen zijn er
slechts 2 externe sensoren nodig.
I
NLEIDING
nl
nl-5