Zo werkt de droger
Het droogmiddel dat in de CTR A wordt gebruikt, is silicagel, dat een bijna onbeperkt aantal keren
kan worden geregenereerd. Silicagel is een kristal met enorme hoeveelheden microscopische poriën
die het totale oppervlak bijzonder groot maken. Eén gram heeft een actief oppervlak van 500 tot 700
m
2
. Silicagel is bijzonder krachtig en kan een hoeveelheid water absorberen die overeenkomt met
wel 40% van zijn eigen gewicht. De gel is niet oplosbaar in water en kan daarom niet worden
weggespoeld of naar de passerende lucht worden afgevoerd.
Droogproces
Het droogmiddel zit in een rotor (1). De te drogen lucht wordt via de inlaat (2) met behulp
van een procesluchtventilator (3) naar binnen gezogen.
De lucht passeert een filter en vervolgens de droogrotor, waarna de gedroogde lucht via de
drogeluchtuitlaat (4) naar de ruimte gaat die droog moet worden gehouden. De rotor heeft
axiaal gerichte luchtkanalen en bestaat uit een hoogactief droogmiddel, silicagel, dat bijeen
wordt gehouden in een keramische structuur. De axiaal gerichte luchtkanalen in de rotor
geven een laminaire stroming met een onbeduidende drukval.
De rotor draait met behulp van een aandrijfmotor (5) en een aandrijfriem (6). Het vocht dat
in de rotor is geadsorbeerd, wordt naar buiten gedreven doordat een klein deel van de
proceslucht wordt verwarmd door de warmte-unit (7), waarna deze een klein deel van de
rotor passeert die op deze manier geregenereerd en via het tegenstroomprincipe gereinigd
wordt.
De vochtige lucht wordt via de uitlaat (8) afgevoerd naar de omgeving.
© Corroventa Avfuktning AB
2017.06
7 (22)