Overzicht ovenfuncties
Voor de bereiding van gerechten kunt u uit diverse functies kiezen.
Ovenfuncties zonder magnetron
Ovenfunctie
Hetelucht plus
Voor bakken en braden. U kunt meerdere niveaus te-
gelijk gebruiken. U kunt met lagere temperaturen
werken dan bij "Boven-Onderwarmte ", omdat
de warmte meteen over de ovenruimte wordt ver-
deeld.
Braadautomaat
Voor braden. Tijdens de aanbraadfase wordt de oven
eerst op een hoge temperatuur ingeschakeld
(230 °C). De oven schakelt daarna vanzelf terug naar
de ingestelde temperatuur (doorbraadtemperatuur).
Grill
Voor het grilleren van platte stukken vlees en voor
bruineren. Het gehele verwarmingselement (voor de
bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend. Het verwar-
mingselement levert de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Circulatiegrill
Voor het grilleren van voedingsmiddelen met een
grote diameter, zoals een kip. U kunt met lagere tem-
peraturen werken dan bij "Grill ", omdat de
warmte meteen over de ovenruimte wordt verdeeld.
Intensief bakken
Voor het bakken van taarten met een vochtige bo-
venlaag. Gebruik deze ovenfunctie niet voor het bak-
ken van plat gebak en niet voor braden (de fond
wordt anders te donker).
54
Voorgepro-
Tempera-
grammeerde
tuurbereik
temperatu-
ren
160 °C
30–250 °C
160 °C
100–230 °C
Stand 3
Stand 1–3
200 °C
100–220 °C
170 °C
50–220 °C