Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4.5 BANDEN:
Afhankelijk van de mate waarin de scootmobiel wordt
gebruikt, zullen de banden slijten. Controleer de banden
daarom regelmatig, en specifiek ook de bandenspanning,
volgens de onderhoudsinstructies uit deze handleiding.
De spanning van (alle) banden moet zijn:
S400/S425 = 2,7 bar (40 P.S.I.)
S700 = 2,7 bar (40 P.S.I.).
Zie hoofdstuk 5.26 voor informatie over massieve
banden.
GEVAAR!
Pomp de banden nooit op met een luchtpomp bij een
benzinestation. Wij adviseren een handmatige pomp
of een pomp met een drukregelaar (manometer) te
gebruiken.
4.6 STOEPRANDEN, (FIG. 4.1):
GEVAAR!
Wees bedacht op andere voertuigen en voetgangers
wanneer u de stoep op rijdt.
Probeer met de S400 en S425 geen stoepranden
hoger dan 50 mm of voor de S700 100 mm op te
rijden.
Wees altijd voorzichtig bij het op- en afrijden van
stoepen en rijdt er recht op of af.
Probeer niet achterwaarts van de stoep af te rijden.
Probeer niet van een stoeprand hoger dan 50 mm af
te rijden.
Probeer niet om hoge stoepen, steile hellingen of
oplopende bochten op te gaan; het risico bestaat
dat u uit de scootmobiel valt, of dat de scootmobiel
kantelt.
Vermijd het op- en afgaan van stoepranden in de
nabijheid van putdeksels, ongelijke oppervlaktes, of
grindoppervlaktes.
Vermijd het op- of afgaan van stoepranden in een
schuine hoek. Ga de stoep op of af in een hoek van
90° met minstens 500mm aanloopruimte.
Probeer geen stoepen op of af te rijden wanneer uw
scootmobiel is uitgerust met een van de volgende
accessoires: opbergtas aan de achterzijde, aan
de achterzijde gemonteerde rollatorhouder of
zuurstoffleshouder. Door deze aan de achterzijde
gemonteerde accessoires kan uw scooter onstabiel
worden.

4.7 TRANSPORT IN VOERTUIGEN:

Deze scooter is niet geschikt om als stoel in een voertuig
te gebruiken.
GEVAAR!
Een in een voertuig vastgezette scootmobiel biedt
niet dezelfde veiligheid als een normale stoel en
veiligheidssysteem in dat voertuig. Sunrise adviseert
altijd om de rolstoelgebruiker over te brengen naar een
stoel van het voertuig.
OPMERKING: Voor transport via de weg, het spoor, zee
of lucht verwijzen we u naar hoofdstuk 12, Vervoer en
Opslag.
4.8 VRIJLOOPMECHANISME, (FIG. 4.2):
De scootmobiel heeft twee manieren van beweging:
Rijden (Drive) of Vrijloop (Freewheel)
RIJDEN (DRIVE) = Alle bewegingen, inclusief het
remmen, worden uitsluitend beheerst en bestuurd
door het elektronische besturingssysteem.
VRIJLOOP = Beweging door natuurlijke middelen,
bijv. duwen of door zwaartekracht (putdeksels,
stoepen, heuvels, hellingen, etc.)
Duw de rode knop naar beneden en naar voren om de
scootmobiel in vrijloop te zetten (fig. 4.2).
GEVAAR!
Gebruik de vrijloopfunctie uitsluitend om de
scootmobiel handmatig van de ene plaats naar de
andere plaats te duwen.
Vergeet niet dat de scootmobiel, wanneer hij in
vrijloop staat, geen automatisch remsysteem heeft.
Wanneer u de functie Vrijloop kiest, klinkt er een luid
piepsignaal via de claxon van de scootmobiel.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de scootmobiel
nu niet langer worden voortbewogen door de
bedieningshendels.
De remontkoppeling (vrijloop) mag nooit worden
gebruikt terwijl u in de scootmobiel zit.
De vrijloop mag alleen worden bediend door een
persoon die de kracht en flexibiliteit heeft om de
scootmobiel veilig te manoeuvreren tijdens vrijloop.
Zet de scootmobiel altijd terug in Drive.
Controleer altijd of Drive is ingeschakeld voordat u
de scootmobiel gebruikt.
Zet de scootmobiel niet in de Vrijloopfunctie op of
vlakbij een helling.
Laat uzelf niet duwen of trekken door anderen terwijl
de scootmobiel in de vrijloop staat.
Fig. 4.1
Heeft geen crashtest ondergaan
Vrijloophendel
Fig. 4.2
Sterling S-Series
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

S400S425S700

Inhoudsopgave