Bewegingsinformatie invoeren
Voer onderstaande stappen uit om lichamelijke activiteiten in te voeren. Houd hiervoor een vaste volgorde
aan: voer de informatie altijd vóór of na de lichaamsbeweging in.
1
Volg onderstaand pad om de bewegingsinformatie op te slaan:
HOOFDMENU > Markeer gebeurtenis > Bewegingsmarker
2
Er verschijnt een melding waarin u wordt gevraagd of u deze informatie wilt opslaan.
3
Maak de gewenste keuze en druk op ACT.
Andere markers invoeren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u andere markers (gebeurtenissen) kunt invoeren dan BG-invoer,
Insulinemarker, Maaltijdmarker of Bewegingsmarker. Voorbeelden van andere markers zijn: wanneer u
geneesmiddelen gebruikt, wanneer u ziek bent, wanneer u gespannen bent, enzovoort. Deze markers worden
onder Overige weergegeven in CareLink Personal-rapporten, met de tijd waarop u de marker heeft ingevoerd
via de functie Markeer gebeurtenis.
Andere markers invoeren:
1
Volg onderstaand pad om een andere marker (Overige) op te slaan:
HOOFDMENU > Markeer gebeurtenis > Overige
Er verschijnt een melding waarin u wordt gevraagd of u de marker wilt invoeren.
2
Selecteer Ja en druk op ACT. De pomp slaat de andere marker (Overige) op en gaat terug naar het scherm
MARKEER GEBEURTENIS.
Gebeurtenishistorie bekijken
U kunt maximaal 10 in het systeem opgeslagen gebeurtenissen bekijken. De meest recente gebeurtenis staat
bovenaan in het scherm GEBEURTENISHISTORIE.
Gebeurtenishistorie bekijken:
1
Ga naar het scherm GEBEURTENISHISTORIE:
HOOFDMENU > Markeer gebeurtenis > Historie
2
Het scherm GEBEURTENISHISTORIE geeft de opgeslagen gebeurtenissen weer. Van elke gebeurtenis
worden de datum, de tijd, de naam en eventuele details weergegeven.
Basisinstellingen programmeren
55