Inhoudsopgave
Advertenties
Rotatiesnelheid borstel instellen
Inschakelen van de borstel
Versnelling wielaandrijving instellen
1
Gebruik versnelling 1 of 2 bij vegen van
hardnekkig vuil, blad of sneeuw. Door de
rijsnelheid lager te houden heeft de bor-
stel meer tijd om het vuil weg te krijgen.
Dit scheelt aanzienlijk in resultaat.
U kunt de rotatiesnelheid van de borstels traploos instellen tus-
sen de 180 en 350 rotaties per minuut. Dit doet u met de hendel
aan de rechter zijde van de stuurbeugel (rechts bekeken vanuit
arbeidspositie achter de machine). Druk de zwarte knop in en
beweeg dan de hendel van u af voor een hoger toerental en
naar u toe voor een lager toerental. Afhankelijk van de onder-
grond en de intensiteit van het te verwijderen vuil kunt u de
borstelsnelheid instellen. Test welke stand voor uw sitatie het
best werkt.
U kunt de rotatie van de borstel inschakelen door de linker be-
dieningshendel in te knijpen. (Links bekeken vanuit arbeidspo-
sitie achter de machine) Deze hendel is ook aangeduid met een
sticker van een borstel.
2
Gebruik stand 3 bij licht vuile ondergron-
den. U bent zo sneller klaar.
3
Gebruik eventueel de achterwaardse ver-
snelling wanneer u de machine naar ach-
ter wilt rijden.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
