B.4 Gebruikercodes Programmeren - Visonic PowerMaster-10 G2 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor PowerMaster-10 G2:
- Installatiehandleiding (120 pagina's) ,
- Gebruikersgids (86 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (76 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
MENU'S EN FUNCTIES
8
U kunt nu stappen 2 – 5 herhalen voor het overbruggen of wissen van een andere zone. Om deze sessie
af te sluiten en andere menu opties te selecteren, of om het programmeren te verlaten, volg de instructies
in sectie A.2.
9
U kunt nu een andere optie in het menu Gebr. Instelling selecteren (zie sectie A.1), of het programmeren
verlaten (zie sectie A.2).
B.4 Gebruikercodes programmeren
Met het PowerMaster systeem kunt u tot 8 mensen (PowerMaster-10 G2) / 48 mensen( PowerMaster-30 G2)
autoriseren om het systeem in en uit te schakelen door ze elk te voorzien van een unieke, persoonlijke
beveiligingscode bestaande uit 4 cijfers en ze elk een ander beveiligingsniveau en functie toe te wijzen. U kunt
bovendien tot 8 (PowerMaster-10 G2) / 32 (PowerMaster-30 G2) draagbare keyfobzenders verkrijgen waarmee
u en andere gebruikers het systeem gemakkelijk kunnen inschakelen, uitschakelen en regelen zonder de
centrale te gebruiken, ook buiten de woning (zie sectie B.7 Keyfobs toevoegen/verwijderen). De dwangcode
geeft u de mogelijkheid om het systeem uit te schakelen met een speciale code die een stil alarm naar de
meldkamer stuurt.
Er zijn twee soorten gebruikers: Hoofdgebruiker en Gebruiker. Onderstaande tabel vat de diverse bewerkingen
die door verschillende gebruikers kunnen worden uitgevoerd, samen:
Gebruikerstype Functie
Inschakelen/Uitschakelen
Hoofdgebruiker
Zones overbruggen
Andere gebruikercodes
machtigen
Gebruikercodes instellen
Privé tel. nrs. wijzigen
Inleren/wissen prox-tag
Inleren/wissen keyfob
Automatisch inschakelen
Squawk inschakelen
Datum en tijd instellen
Geheugen lezen
Dwang code programmeren
Schakelklok programmeren
Spraakoptie in/uitschakelen
Volume van pieptonen,
belsignalen en spraakprompts
regelen
Inschakelen/Uitschakelen
Gebruiker
Zones overbruggen
De gebruikercodes worden als volgt toegewezen:
Gebruikercode 1 wordt toegewezen aan de Hoofdgebruiker van het systeem (d.w.z. de eigenaar). Het is de
enige gebruikercode die toegang geeft tot het Gebruikersinstellingen menu. De standaard instelling van de
Hoofdgebruiker (code 1) is 1111. Deze code kan niet worden gewist en dient zo snel mogelijk te worden
vervangen door een geheime code.
Gebruikercodes 2-4 (PowerMaster-10 G2) / gebruikercodes 2-22 (PowerMaster-30 G2) worden
toegewezen aan familieleden, collega's, etc. Zij kunnen het systeem in- en uitschakelen als gedefinieerd door
de Hoofdgebruiker. Zij hebben toegang tot het menu "Gebruikersinstellingen" voor alleen "zones overbruggen",
onder voorbehoud dat deze optie door de installateur is mogelijk gemaakt.
Gebruikercodes 5-8 (PowerMaster-10 G2) / 23-32 (PowerMaster-30 G2) zijn hetzelfde als gebruiker codes
2-4 / 2-22 maar kunnen aan "Kindzender" gebruikers worden toegewezen. Voor een gedetailleerde verklaring
van de Kindzender toepassing zie hoofdstuk 2 (Inschakelen met Kindzender) en Bijlage C.
Partitiefunctie
(Voor meer informatie over de partitiefunctie, zie Bijlage B).
Uw alarmsysteem kan door de installateur in drie aparte secties (partities) opgedeeld worden. Deze partities
worden benoemd als partities P1, P2 en P3. Elke partitie kan apart worden in- en uitgeschakeld, zodat delen
van het pand apart beveiligd worden.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 G2
26
D-305384 Gebruikershandleiding PowerMaster-10/30 G2
Advertenties
Inhoudsopgave
