Elke aansluiting en vervanging van de fles van de apparaten voorzien van een opbergruimte voor de fles moeten uitgevoerd
worden door een vakman en in overeenstemming met de volgende voorschriften.
- Alvorens de fles aan te sluiten, sluit met zorg alle kranen van het komfoor en van de te vervangen fles. Schroef de
gasdrukregelaar los door de schroef in de richting van de klok te draaien.
- Neem de beschermdop van de aan te sluiten fles en draai deze los (links).
- De gaskraan mag niet beschadigd zijn. Plaats de fles in de bergruimte.
- Na gecontroleerd te hebben dat de pakking tussen de kraan en de regelaar op zijn plaats zit kan men de moer van de
gasdrukregelaar met de hand aandraaien en dit tegen de richting van de klok in.
- Eventueel vastdraaien d.m.v. een sleutel.
- Niet vastzetten door de gasdrukregelaar te draaien. Pas op dat de gasslang niet geknikt zit.
AANBEVELINGEN
Controleer na de installatie steeds alle aansluitingen op hun dichtheid. GEBRUIK NOOIT VUUR OM EEN LEKCONTROLE TE DOEN.
Gebruik nooit een vlam om een lek te zoeken maar gebruik alleen zeepsop.
ONDERHOUD
Voor elk onderhoud, draai, draai steeds de gaskraan dicht. Controleer regelmatig de staat en vervaldatum van de soepele
leidingen.
Controleer minstens eenmaal per jaar de bedieningsknoppen van uw toestel en indien nodig laat deze vervangen door een
erkend installateur, volgens volgende werkwijze:
• koppel het toestel los • draai het toestel om • haal de brander van de mengbuis • schroef de kraan van het toestel d.m.v. de
schroeven los te draaien • vervang de kraan en monteer het toestel terug.
CONTROLEER HIERNA HET TOESTEL OP LEKKEN, VOOR HET GEBRUIK.
CONTROLEER STEEDS OP LEKDICHTHEID
Wij raden U aan om uw toestel te controleren op een juiste installatie en regelmatig na te kijken op lekken.
De fabrikant en zijn verdeler is niet verantwoordelijk voor schade die voortkomt uit een slechte plaatsing niet conform de
plaatselijke voorschriften en/of door een slecht gebruik van het toestel en/of door materialen niet conform de plaatselijke
voorschriften.
Elke wijziging aan het toestel kan gevarlijk zijn.
Voor de modellen met grill; de grill mag alleen gebruikt worden als rooster voor onder de grill. Gebruik de speciale schaal met
rooster.
Waarschuwing: als u klaar bent met het roosteren draai de brander en de grill meteen uit.
Door het gebruik van een gaskooktoestel wordt er warmte en vochtigheid geproduceerd in het lokaal waar het toestel is
opgesteld. Waak erover dat de keuken goed verlucht wordt waarbij u de natuurlijke verluchting openlaat of een mechanische
voorziening aanbrengt (mechanische dampkap).
Een langdurig en intensief gebruik van het toestel kan een bijkomende verluchting vereisen, bv. door het openen van een raam,
of een efficiëntere verluchting, bv. door het vermogen van de mechanische ventilatie te verhogen, als deze aanwezig is.
1) POSITIE VAN DE KRAANKNOP
Voor de komforen 1,2 en 3 vlams bevindt de bedieningsknop zich altijd in het punt van de
corresponderende brander.
Voor het komfoor 4 vlams bevinden de bedieningsknoppen zich op de voorkant.
Om de corresponderende bedieningsknop te vinden welke men wil aansteken volg de instructies
van de sierlijst (zie tekening).
2) Gebruik steeds de juiste potten volgens de diameter van de brander.
Aanbevolen diameter v/d kookpot
BRANDER
Hulpstuk
XA-A
Half snel
SR
Snel
R
Zeer snel
XR
Dubbele Kroon
C
3) Manuele ontsteking van de brander druk de knop van de desbetreffende brander in en draai deze in de tegenovergestelde
richting van het uurwerk tot op de maximum positie. Na ontsteking de vlam regelen d.v.m. de knop, de groote van de vlam
is afhankelijk van de diameter van uw kookpot.Branders uitgerust met een thermokoppelbeveiliging moeten een 10 tal
seconden op max. Vermogen branden alvorens deze lager gedraaid mogen worden.
4) Vlamregeling: op de knop vindt men volgende symbolen:
GEBRUIK VAN HET TOESTEL
KOOKPAN
10 – 14 cm
14 – 18 cm
20 – 24 cm
26 – 32 cm