2
Bevochtig de doek zo nodig licht met water.
3
Als u een vochtige doek gebruikt, schakel het toestel dan uit
en koppel het los van de voeding.
4
Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon.
Diefstalpreventie
• Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de
bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet
gebruikt.
• Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit.
• Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak.
• Registreer uw toestel via de Garmin Express software
(garmin.com/express).
Het toestel opnieuw opstarten
U kunt het toestel opnieuw opstarten als het niet meer reageert.
Houd de aan-uitknop 12 seconden ingedrukt.
Het toestel, de steun en de zuignap
verwijderen
De steun van de zuignap verwijderen
1
Draai de steun naar rechts of links.
2
Blijf kracht uitoefenen tot de steun los komt van de bal aan
de zuignap.
De zuignap van de voorruit halen
1
Kantel de hendel op de zuignap naar u toe.
2
Trek het lipje van de zuignap naar u toe.
Appendix
Achteruitrijcamera's
Uw toestel kan de videofeed van een of meer aangesloten
achteruitrijcamera's. weergeven.
Een bedrade achteruitrijcamera aansluiten
De toestelsteun is voorzien van een 3,5 mm composite-video-in
aansluiting. U kunt een bedrade video achteruitrijcamera
aansluiten en de opnamen weergeven op het scherm van het
toestel.
Sluit de videokabel van de camera aan op de video-in
aansluiting
op de steun.
Een BC
35 achteruitrijcamera koppelen met een
™
Garmin navigatietoestel
U moet de Wi‑Fi instelling op uw Garmin navigatietoestel
inschakelen voordat u een camera kunt koppelen.
De BC 35 draadloze achteruitrijcamera is compatibel met
sommige Garmin navigatietoestellen met Android. Ga naar
garmin.com/bc35
voor meer informatie over compatibiliteit van
toestellen.
U kunt maximaal vier BC 35 draadloze achteruitrijcamera's
koppelen met uw compatibele Garmin navigatietoestel.
1
Werk uw navigatietoestel bij met de nieuwste softwareversie.
Uw toestel ondersteunt de BC 35 camera mogelijk alleen met
de nieuwste software. Raadpleeg de gebruikershandleiding
26
van uw navigatietoestel voor meer informatie over het
bijwerken van de software.
2
Schakel het Garmin navigatietoestel in en breng het binnen
3 m (10 ft.) van de camera.
3
Selecteer
> Achterzicht.
4
Selecteer een optie:
• Als dit de eerste camera is die u met het navigatietoestel
koppelt, selecteert u Voeg nieuwe camera toe.
• Als dit een extra camera is die u met het navigatietoestel
koppelt, selecteert u > Kies camera > Voeg nieuwe
camera toe.
5
Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: De koppelingscode of het
koppelingswachtwoord bevindt zich op de zender of de
camera.
Nadat u het koppelingsproces met een camera voor de eerste
keer hebt voltooid, maakt deze automatisch verbinding met het
Garmin navigatietoestel.
Opnamen van de achteruitrijcamera weergeven
Er zijn verschillende manieren om de video-opnamen van de
aangesloten achteruitrijcamera op uw toestel weer te geven,
afhankelijk van de manier waarop de camera is aangesloten op
de voeding.
1
Selecteer een optie voor het weergeven van videobeelden:
• Als de camera is verbonden met een achteruitrijlicht
(aanbevolen), zet het voertuig dan in zijn achteruit.
Het toestel geeft automatisch videobeelden van de
achteruitrijcamera weer.
• Als de camera is verbonden met een vaste voedingsbron,
selecteert u
> Achterzicht om de camerabeelden
handmatig weer te geven.
2
Selecteer een optie om de normale werking van het toestel te
hervatten:
• Als de camera is verbonden met een achteruitrijlicht
(aanbevolen), haal dan het voertuig uit zijn achteruit.
De normale werking van het toestel wordt automatisch
hervat.
• Als de camera is aangesloten op een vaste voedingsbron,
selecteert u
om de camera handmatig te verbergen.
Schakelen tussen camera's
Wanneer meerdere achteruitrijcamera's beelden naar uw toestel
verzenden, kunt u schakelen tussen de camera's.
1
Selecteer
> Achterzicht.
2
Selecteer > Kies camera.
3
Selecteer een camera.
De videofeed van de camera wordt weergegeven en de
cameranaam verschijnt boven in het scherm.
Verbinding maken met een draadloos
scherm
U kunt de inhoud van het toestelscherm draadloos weergeven
op een compatibel extern scherm.
1
Plaats uw toestel dicht bij het draadloze scherm.
2
Selecteer Instellingen > Scherm > Casten.
3
Selecteer een draadloos scherm.
4
Voer indien nodig de PIN in.
Gegevensbeheer
U kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de
geheugenuitsparing van het toestel kan een extra
geheugenkaart worden geplaatst.
Appendix