MONTAGE-INSTRUCTIES
LOkRING
®
buisverbinding montageversie 50
(De montageversie wordt bepaald door de laatste twee cijfers in de naam van het product. Bijvoorbeeld: LOKRING 6 NK Ms 50)
01.
08.
04.
01. Ontbramer 02. Schuurmat 03. Stabilisatie-inzetstukken 04. LOKPREP 05. Koppeling 06. Handgereedschap 07. LOKRINGen 08. Markeerstift
Ontbraam met behulp van een ontbramer (01)
het uiteinde van de buis rondom. Gebruik
verschillende ontbraamapparaten voor
verschillende materialen.
01.
Plaats een stabilisatie-inzetstuk (03) dat geschikt is voor het materiaal en past
1
bij de buitendiameter
Ø
en de wanddikte
kunnen eventueel achterwege gelaten worden bij gebruik met koelmiddelen met
een werk-druk van minder dan 25 bar (bijv. R134a auto-airconditioningsystem).
03.
Kies de LOKPREP die past bij het buismateriaal en de omgevingstemperatuur.
3
Breng LOKPREP (04) aan rondom de volledige afsluitrand van het buisuiteinde.
Neem de juiste uithardingstijd voor de LOKPREP in acht.
04.
5
Plaats de montagetang (06) achter de LOKRING (07) en de montagestop van de koppeling (05). Druk de buisverbinding samen.
onveranderd. Druk de buisverbinding samen totdat de LOKRING (07) vlak is met de montagestop van de koppeling (05).
06.
07.
03.
05.
02.
Wrijf met de schuurmat (02) in ronddraaiende
bewegingen het uiteinde van de buis schoon.
02.
S
van de buis. Stabilisatie-inzetstukken
05.
07.
Bepaal de wanddikte
op basis van buiscodering of met behulp van een schuifmaat.
Ø
= buitendiameter
Duw alvorens de LOKPREP (04) aan te brengen, de koppeling op de buis totdat
2
deze de binnenste stop raakt. Markeer (08) de juiste inzetdiepte op de buis.
08.
Duw de verbindingskoppeling (05) op de buis totdat deze de binnenste stop raakt .
4
05.
Laat de inzetdiepte van de buis en de verbindingskoppeling
06.
S
en de buitendiameter
Ø
S
S
= wanddikte
Controleer de juistheid van de
montage/inzetdiepte aan de hand
van de positiemarkering.
van de buis