Appendix
15.3.5
Installatieconfiguratie 51
Externe aanvraag / regeling door gebouwbeheersysteem GBS
via 0 - 10 V-signaal aan ingang E2/SAF:
0 V
≤
U
1,2 V
≤
U
4,2 V
≤
U
7,2 V
≤
U
Opmerkingen:
– Bedrijfsgrenzen: Compressor T_VL/T_RT = 70 °C, elektrische element T_AV = 75 °C.
– Elektrisch element voor verwarmingsbedrijf vrijgeven (WP090 = Aan).
– Om aan het gebouwbeheersysteem de ontdooiwerking aan te geven, de uitgang A1 instellen op
"Ontdooien" (WP003 = Ontdooien). Uitgang A1 sluit dan gedurende de ontdooiwerking.
– Maximaal aantal keer starten van de compressor per uur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Maximale aanvoertemperatuur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Dauwpuntbewaking of brug aan ingang DPW aansluiten.
– Dauwpuntbewaking door gebouwbeheersysteem borgen.
– Parameters WP053, WP054, WP058 hebben geen uitwerking.
Werkwijze WW lading bij installatieconfiguratie 51
– Warmtepomp kan indien nodig autonoom een WW-lading uitvoeren. De bedrijfsmodus WW-lading
heeft voorrang op de bedrijfsmodus GBS.
– WW-lading kan ongedaan worden gemaakt door verwijdering van de opslagvatvoeler, uitvoering van
de parameterreset en nieuwe systeemconfiguratie.
– In zulk geval, geïntegreerde 3-weg omschakelventiel VW/WW afkoppelen.
Voorbeeld:
– Lucht-/water-warmtepomp CHA-Monoblock
– 0 - 10 V-aansturing (op de ingang E2 / SAF)
– Actieve koeling mogelijk
3066532_202111
<
1,2 V
→
Warmtepomp UIT
≤
4,0 V
→
1 - 100 % compressor koelbedrijf (1...15 % → 15 %)
≤
7,0 V
→
1 - 100 % compressor
verwarmingsbedrijf
≤
10,0 V
→
100 % compressor
verwarmingsbedrijf
+ 1- 100 % Elektrisch element
Verwarmingsbedrijf
(15...100 % →15...100 %)
(1...15 % → 15 %)
(15...100 % →15...100 %)
(1...35 % → Fase 1) (L1)
(36...80 % → Fase 2) (L2+L3)
(71...100 % → Fase 3) (L1+L2+L3)
WOLF GmbH | 121