•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden: vooruit (F), neutraal (N) en achteruit (R).
•
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental tot stationair voordat u schakelt.
a -
(R) achteruit
b -
(N) neutraal
c -
(F) vooruit
•
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
•
Nadat de buitenboordmotor is geschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gashendel (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
De motor afzetten
1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de
neutrale stand. Draai de contactsleutel naar de stand UIT.
nld
BEDIENING
a
b
N
F
R
27237
OFF
26843
47
c
57740