7.8.3
Motoraansluitkabelplaatsing RCP
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
AANWIJZING
De hier beschreven kabelhouders horen niet tot de standaard leveromvang van de
RCP.
4
• Kabelhouder (2) met rubber manchet (3) kort boven de RCP rond de aansluitkabel leggen en met de zeskant-
schroef (1) dichtschroeven.
• Karabijnhaak (4) in kabelhouder (2) en staalkabel of ketting hangen.
De aansluitkabels moeten in elk geval zo gelegd worden, dat ze niet in de propeller kunnen terechtko-
men en niet aan trekbelasting blootgesteld worden.
• Alle andere kabelhouders op dezelfde manier monteren. Hierbij kunnen de afstanden met toenemende af-
stand van de RCP groter worden.
• Aansluitkabel met trekontlasting (7) aan de kabelhaak bevestigen.
De elektrische aansluiting moet volgens paragraaf 7.9 Elektrische aansluiting uitgevoerd worden.
32
1
3
2 1
Afbeelding 30 Motoraansluitkabelplaatsing
5
6
7
6006183-03