3 BEVEILIGINGEN
De centrale eenheden zijn uitgerust met beveiligingen die de motorunit stopzet-
ten in het geval van een storing. Indien de oorzaak van de stopzetting door de be-
veiliging niet verholpen wordt en het systeem ondanks de storing toch wordt
gebruikt, kan dit schade aan het systeem tot gevolg hebben. Dit is de reden waarom bevei-
ligingen niet gebruikt dienen te worden om aan te geven wanneer de stofemmer geleegd
dient te worden of wanneer het fi lter onderhouden moet worden, of op enige andere
manier om het systeem te gebruiken of te installeren in strijd met de voorschriften.
3.1 Overbelastingszekering
De motorunit is uitgerust met een overbelastingszekering welke de motorunit zal stopzetten in
het geval van een elektrische overbelasting of storing. De overbelastingszekering kan niet ge reset
worden en dient door een bevoegde Allaway distributeur vervangen te worden. In verband met het
vervangen van de overbelastingszekering, dient de oorzaak van het doorslaan onderzocht en opgelost
te worden, samen met mogelijke andere storingen.
3.2 Thermische beveiliging
De thermische beveiliging van de turbine zet de motorunit stop wanneer de turbine oververhit
raakt. Wacht tot de turbine afgekoeld is en de thermische beveiliging ge reset is (ongeveer 10-15
min.). Onderzoek waarom de thermische beveiliging doorgeslagen is en verwijder de oorzaak (bijv.
de stofemmer is vol, geblokkeerd fi lter, zuigslang of buis). De thermische beveiligingen van de C-serie
motorunits worden automatisch ge reset.
De thermische beveiliging van de elektrische motor zal de motorunit stopzetten wanneer
de koelende lucht die de motor passeert te warm wordt. Wacht tot de motor afgekoeld is en de
thermische beveiliging reset is (ongeveer 10-15 min.). Onderzoek waarom de thermische beveiliging
doorgeslagen is en verwijder de oorzaak (de circulatie van de koelende lucht is bijvoorbeeld beperkt
doordat er zich een kledingstuk op de motorunit bevindt of doordat de motorunit in een kast werd
geïnstalleerd en deze niet voldoende geventileerd is). De thermische beveiligingen van de C serie
motorunits worden automatisch reset.
De motor en andere elektrische onderdelen bevinden zich in het bovenste deel
van de motorbehuizing (fi guur 1; onderdeel 7). Geen enkel onderdeel dat zich in
dit bovenste deel bevindt kan door de gebruiker onderhouden worden. In het
geval van een storing dient u contact op te nemen met een bevoegde Allaway
distributeur.
4 ELEKTRICITEITSKABEL
Indien de elektriciteitskabel van de motorunit beschadigd is geraakt dient deze vervangen te worden
door een speciale kabel welke door de fabrikant geleverd wordt via bevoegde Allaway distribu-
teurs.
6