5. Inregeling luchthoeveelheid
Voor een correcte werking van het systeem moet deze ingeregeld worden. Dit zorgt ook voor een zo
stil mogelijke en energiezuinige werking. De inregeling gebeurt in drie fases: afvoerventielen instellen,
effectieve inregeling en controle.
a.
Afvoerventielen instellen:
De afvoerventielen worden in een afvoerkanaal geplaatst voor de afzuiging van vochtige/vervuilde
lucht. Om de luchtafvoer correct in te regelen, moeten deze ventielen zo ingesteld worden zodat ze
overeenkomen met het gewenste debiet volgens de afbeeldingen hieronder:
75 m
/h
50 m
/h
25 m
/h
3
3
3
8