Bordenstapelaar verrijdbaar
Uitgiftehoogte testen
BEDIENINGSHANDLEIDING
Trek de geleidingsstaaf omhoog (1.).
4.
Draai de geleidingsstaaf naar het midden van de koker (2.) wanneer de diameter moet wor-
den verkleind
– of –
Draai de geleidingsstaaf naar het corpus van het apparaat (3.) wanneer de diameter moet
worden vergroot.
Laat de geleidingsstaaf zakken (4.) en steek deze in de bodem van het apparaat in het betref-
fende geleidingsgat.
Zet de transportbeveiliging van de geleidingsstaaf vast.
L
De uitgiftehoogte van het stapelplatform met het stapelgoed wordt geregeld met de veren
waarmee het stapelplatform aan de bovenzijde van het corpus is opgehangen.
Om de uitgiftehoogte aan te passen, kunnen zo nodig afzonderlijke veren worden in- of los-
L
gehaakt.
L
Het apparaat wordt standaard geleverd met alle veren ingehaakt. Wij adviseren om de uitgift-
ehoogte met deze veerinstelling te testen en zo nodig te wijzigen.
)
Wanneer later ander stapelgoed in het stapelapparaat wordt geladen en de uitgiftehoogte
moet worden gewijzigd, moeten losgehaakte veren weer worden ingehaakt of moeten nog
meer veren worden losgehaakt.
)
De uitgiftehoogte is correct ingesteld wanneer het bovenste bord boven de afdekking van het
apparaat ligt.
Plaats 11 borden op het stapelplatform.
Wanneer het bovenste bord niet boven de bovenzijde van het apparaat uitsteekt of wanneer
meerdere borden boven de bovenzijde van het apparaat uitsteken, moeten alle borden wor-
den verwijderd en de veerinstelling worden aangepast.
ª
Paragraaf "Uitgiftehoogte instellen"
Test de uitgiftehoogte opnieuw na wijziging van de veerinstelling.
Herhaal zo nodig het wijzigen en testen van de uitgiftehoogte tot de correcte instelling is
bereikt.
1.
2.
3.
19