4
Selecteer het te installeren apparaat en klik op de pijltoets om het te
verplaatsen naar de lijst Te installeren producten.
BELANGRIJK Als Wi-Fi of Wi-Fi Direct is ingeschakeld, dan
moet u het IP-adres voor de poortnaam opgeven.
De installatie kan mislukken als de hostnaam is opgegeven.
Opmerking Het apparaat kan niet worden gedetecteerd,
tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er niet in slaagt
om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is
aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel
en dat deze is ingeschakeld en klik op
Als het gewenste apparaat niet wordt weergegeven, druk dan
op Aangepast apparaat toevoegen om het apparaat
rechtstreeks te selecteren.
5
Selecteer het te installeren stuurprogramma en klik op de pijltoets om
het te verplaatsen naar de lijst Te installeren producten.
6
Klik op tabblad Hulpprogramma en kies het te installeren
hulpprogramma.
7
Klik op Installeren.
Opmerking Om Status Monitor te installeren, is het
noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te
hebben geïnstalleerd.
2-11
Voorbereiding voor het gebruik
(Vernieuwen).