5.15.5
Rijpadmarkeerapparaat (optie)
Bij het aanleggen van rijpaden dalen de
spoorschijven (Fig. 82/1) automatisch en
markeren het net aangelegde rijpad. Hierdoor
zijn de rijpaden al zichtbaar voordat het gewas is
opgekomen.
Instelbaar is
spoorbreedte van het rijpad
(spoorbreedte tractor)
de arbeidsintensiteit van de spoorschijven.
Als er geen rijpad wordt aangelegd, zijn de
spoorschijven tijdens het werken op het veld
opgetild.
Bij het wegtransport van de machine zijn beide
armen (Fig. 83/1) opgetild en met een pen met
veerclip geborgd.
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
Fig. 82
Fig. 83
Opbouw en werking
87