D
IGITAL
Aandachtspunten voor de veiligheid en
waarschuwingen (vervolg)
ACCU'S AFVOEREN: Wanneer dit symbool op apparatuur is aangebracht, mag deze niet
als huishoudelijk afval worden afgevoerd. Het is uw verantwoordelijkheid dergelijke
apparatuur voor recycling van de accu's of elektronische apparatuur aan te bieden bij een
daartoe aangewezen inzamelpunt. Als de apparatuur een verboden stof bevat, wordt op het
label in de buurt van dit symbool ook de naam van de betreffende stof vermeld (Cd =
cadmium; Hg = kwik; Pb = lood). Gescheiden inzamelen en recyclen van uw overtollige
apparatuur helpt natuurlijke hulpbronnen te sparen en garandeert dat uw apparatuur wordt
gerecycled op een manier die niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid en het
milieu. Meer informatie over waar u overtollige apparatuur voor recycling kunt aanbieden
kunt u opvragen bij de lokale overheid, uw reinigingsbedrijf of bij de verkoper van deze
apparatuur.
Test het DigiTrak F5-systeem telkens voor het boren wordt gestart met de zender in de boorkop, om er
zeker van te zijn dat het systeem correct werkt en nauwkeurige informatie over de locatie en richting
van de boorkop weergeeft.
Tijdens het boren wordt de diepte niet nauwkeurig weergegeven, tenzij:
•
De ontvanger op de juiste wijze gekalibreerd is en de kalibratie op nauwkeurigheid is getest, zodat
de ontvanger de correcte diepte toont.
•
De zender correct en nauwkeurig gepositioneerd is en de ontvanger zich rechtstreeks boven de
zender in de ondergrondse boorkop of op het voorste traceerpunt bevindt.
•
De ontvanger voor dieptemetingen zich exact op de hoogte-boven-de-grond aarde bevindt en die
hoogte correct is ingesteld, of op de grond is geplaatst.
Kalibreer het systeem altijd voordat u het opnieuw gaat gebruiken.
Interferentie kan onnauwkeurigheden in de dieptemeting veroorzaken en er mogelijk de oorzaak van
zijn dat het systeem geen informatie kan verstrekken over de neiging, de rolpositie of de richting van
de zender. Voer altijd een achtergrondruiscontrole uit voor u begint te boren.
•
Interferentie kan worden veroorzaakt door onder andere detectielussen voor verkeerslichten,
onzichtbare omheiningssystemen, CAI-kabels, elektriciteitsleidingen, glasvezeltraceerleidingen,
metalen constructies, kathodische beschermingen, telefoonlijnen, mobiele telefoons, zendmasten,
geleidende grond, zout, zout water, betonwapeningen, radiosignalen en andere onbekende
bronnen van achtergrondruis.
•
Storing bij het gebruik van het remote display kan ook het gevolg zijn van andere nabij gelegen
bronnen die op dezelfde frequentie werken, zoals autoverhuurbedrijven met automatische
registratie voor het inleveren van voertuigen, andere installaties voor gestuurd boren enzovoort.
•
De achtergrondruis moet minimaal zijn en de signaalsterkte moet tijdens bedrijf ten minste 150
punten hoger zijn dan de achtergrondruis.
Lees deze handleiding zorgvuldig door en zorg er steeds voor een juiste bediening van het DigiTrak
F5-systeem om nauwkeurige diepten, verticale en horizontale hoeken en traceerpunten te verkrijgen.
Neem bij vragen over de bediening van het systeem contact op met de afdeling Klantenservice van
DCI via een van de telefoonnummers op het omslag van deze handleiding. Wij zullen ons best doen u
zo goed mogelijk helpen.
Bedieningshandleiding DigiTrak
C
I
ONTROL
NCORPORATED
®
F5™
7