(Deze functie is niet van toepassing bij een LED bedieningspaneel.)
Op het moment van inschakeling dienen alle zones in rust te zijn. Is dit niet het geval dan kan met behulp van deze functie gecontroleerd worden welke
zone er open staat.
Toets volgorde : [#], [0]
Op uw scherm verschijnt:
OPEN ZONES
?
TOON
>> EXIT
4.6 Uitlezen van Alarm geheugen
Wanneer tijdens een ingeschakelde periode een alarmsituatie is opgetreden zal op het moment van uitschakeling MEMORY in de display gaan
knipperen. Met behulp van onderstaande toetscommando's kan nu achterhaald worden welke zone(s) het alarm hebben veroorzaakt.
Toets volgorde : [#], [1]
Op uw scherm verschijnt:
ALARM MEMORY
?
TOON
>> EXIT
Het knipperen van MEMORY verdwijnt en de gegevens zullen worden gewist wanneer het systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
4.7 Uitlezen van FOUT meldingen
Indien er een fout optreed in het systeem zal, wanneer het alarm is uit geschakeld of op het moment van uitschakeling, dit gepaard gaan met het
branden van de Trouble LED op het bedieningspaneel, het knipperen van FOUT in het display en een reeks korte piepjes dat iedere 10 seconden wordt
herhaalt. Deze hoorbare waarschuwing kan worden gestopt door de [*] toets te drukken. De aard van de fout kan worden achterhaald met onderstaande
toetscommando's.
Toets volgorde : [#], [2]
Op uw scherm verschijnt:
SYSTEEM FOUT
?
TOON
>> EXIT
defect (3), Bedrading fout (4), Brandzone fout (5), Draadloze expander fout (6 & 7) en Expander fout (8). Door de toets te drukken die correspondeert
met de betreffende oplichtende LED zal de zone bekend worden gemaakt waarop de fout betrekking heeft door een knipperende Zone LED. Met [*]
keert u weer een menu terug.
In alle gevallen is het aan te bevelen om de installateur te raadplegen wanneer zich een foutmelding voordoet. Hij kan U dan adviseren
betreffende de oplossing van het probleem of de acties die ondernomen dienen te worden.
5 Testen van het systeem
Het is mogelijk met de Maestro-1600 diverse testen uit te voeren. Hierdoor is het mogelijk om tussentijdse controles uit te voeren en de betrouwbaar-
heid van het systeem te toetsen.
5.1 Looptest
Een looptest wordt gebruikt om te controleren of alle zones nog goed functioneren. De test wordt als volgt uitgevoerd: Schakel de looptest functie in
volgens de onderstaande toetscommando's. Loop vervolgens door het pand en zorg ervoor dat ieder contact of iedere detector op Uw aanwezigheid
reageert. Wanneer alle zones aan de beurt zijn geweest drukt men op de [*] toets. Lees nu het Alarm geheugen uit en controleer of daadwerkelijk
iedere zone in het geheugen voorkomt. Let op, de sirene en eventuele modemkiezer zijn in deze testmode uitgeschakeld. Bij het activeren van een zone
zal de buzzer kortstondig klinken.
Toets volgorde : [Gebruikerscode], [#], [4], [1]
LOOP TEST
?
EXIT
*
Gebruikershandleiding
Door nu herhaaldelijk op de [INST/>>] toets te drukken zal de display de open zones weergeven.
Gebruik de [*] toets om dit menu te verlaten.
?
*
Door nu herhaaldelijk op de [INST/>>] toets te drukken zal de display de zones weergeven. Gebruik
de [*] toets om dit menu te verlaten.
?
*
Bij een LED bedieningspaneel zal aan de knipperende Zone LED's te zien zijn welke zones er een alarm
veroorzaakt hebben.
Door nu herhaaldelijk op de [INST/>>] toets te drukken zal de display de fout(en) weergeven. Op de
onderste regel zal in een aantal gevallen een nummer verschijnen. Druk op de corresponderende
toets voor gedetailleerde uitleg.
?
*
Bij een LED bedieningspaneel is de fout af te lezen aan de hand van de één of meer brandende
Zone LED's. De LED's hebben de volgende betekenis: Modemkiezer fout (1), Accu fout (2), Zekering
Op uw scherm verschijnt :
Pagina 10
Maestro 1600/1600DL