Service, reparatie en onderhoud
12
Service, reparatie en onderhoud
12.1
Reiniging
152
Belangrijk!
Bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden, reparatie en
service "Service, reparatie en onderhoud" opvolgen, op pagina
29.
De service-intervallen gelden voor normaal gebruik. Onder
zwaardere condities worden de intervallen korter.
De machine na het zaaiseizoen grondig schoonmaken.
Gevaar!
De met „Werkplaats" aangeduide reparaties mogen alleen door
de dealer worden uitgevoerd.
Gevaar!
De veiligheidsvoorzieningen en beschermkappen na service,
reparatie en onderhoudswerkzaamheden weer monteren.
Belangrijk!
·
Controleer de rem-, lucht- en hydrauliekslangen bijzonder
nauwlettend.
·
De rem-, lucht- en hydrauliekslangen nooit met benzine,
dieselolie, petroleum of minerale oliën behandelen.
·
Na het schoonmaken de machine doorsmeren, vooral na het
reinigen met een hogedrukspuit of stoomcleaner of vet
oplossende middelen.
·
Volg de wettelijk voorschriften op voor het
milieuverantwoord afvoeren van reinigingsmiddelen.
Gevaar!
Mondmasker dragen. Giftig stof van ontsmettingsmiddelen niet
inademen bij het verwijderen van ontsmettingsmiddel met
perslucht.
ED BAH0002 10.05