5.2 Brandstofsysteem
Speciale veiligheidsvoorschriften
Controle van het brandstofpeil
Afb. 55: Brandstoftank
Brandstof tanken
Afb. 56: Vuldop
BA DT12 NL - Editie 1.0 * dt12b510.fm
• Wees voorzichtig bij het gebruik van brandstof. Er bestaat verhoogd brandgevaar!
• Voer werkzaamheden aan het brandstofsysteem nooit in de buurt van open vuur of
ontvlambare vonken uit!
• Rook niet bij werkzaamheden aan het brandstofsysteem en bij het tanken!
• Schakel de motor vóór het tanken uit en trek de contactsleutel uit het slot!
• Vul brandstof niet bij in afgesloten ruimten!
• Veeg gemorste brandstof meteen weg!
• Houd de machine schoon om de kans op brand te verkleinen!
Voor het controleren van het brandstofpeil, als volgt te werk gaan:
☞
Max.
Het brandstofpeil moet tussen min. en max. staan
☞
Wanneer het brandstofpeil onder min. staat
☞
Brandstof tanken
Min.
Aanwijzing!
De machine laat geen vulpeilweergave zien, daarom brandstofpeil voor elke inbe-
drijfneming controleren.
De vuldop B van de brandstoftank bevindt zich aan de bovenzijde van de tank.
B
Gevaar!
Bij het gebruik van brandstof bestaat een verhoogde
☞
☞
Aanwijzing!
Let bij het tanken op de juiste brandstofsoort. Naast de vuldop bevindt zich een
overeenkomstige sticker.
Milieu!
Vang lekkende brandstof op in een geschikt reservoir en verwerk ze op een
milieuvriendelijke manier!
kans op brand en vergiftiging!
Niet in gesloten ruimten tanken
Voer werkzaamheden aan het brandstofsysteem nooit in de buurt van open
vuur of ontvlambare vonken uit
Onderhoud
5-3