BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE
Als achter gemonteerde stuurdrukstangen of trekstangen aan de tapeinden van het motorblok worden
bevestigd, kan dat cilindervervorming en voortijdige motorstoringen veroorzaken. Bevestig de stuurplaten
op de juiste installatieplaats.
a
Montagehoogte buitenboordmotor bepalen
MONTAGEHOOGTE BUITENBOORDMOTOR VERHOGEN
Door de buitenboordmotor hoger te monteren, verhoogt u het stuurkoppel en de topsnelheid en vergroot u de
schroefcavitatie, wat u vooral zult merken als u uit planee komt of bij het varen met zware belasting.
Denk aan het volgende:
•
Let altijd op de waterdruk en de motortemperatuur. Bij een verkeerde montagehoogte zal het
beschikbare vermogen afnemen vanwege een lage waterdruk en hoge temperatuur.
•
Voorkom beperkte uitlaat, wat een negatief effect kan hebben op het stationaire draaien, door de
buitenboordmotor hoog genoeg op de spiegel te monteren zodat de uitlaatopening minstens 25 mm
(1 in.) boven de waterlijn komt wanneer de motor stationair draait.
•
Alle modellen onderwaterhuizen behalve Sport Master: De montagehoogte van de buitenboordmotor
mag niet meer dan 71,1 cm (28 in.) bedragen. Als buitenboordmotoren met deze onderwaterhuizen te
hoog worden gemonteerd, komen de bovenste waterinlaten bloot te liggen, waardoor het motorblok
vanwege een te lage waterdruk beschadigd kan raken.
MONTAGEHOOGTE - FLEET MASTER-ONDERWATERHUIS
Verkeerde installatie van een buitenboordmotor kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. De
bovenste montagebouten van de buitenboordmotor mogen niet dichter dan 25 mm (1 in.) vanaf de
bovenkant van de spiegel worden gemonteerd; dit met uitzondering van shims die zijn gebruikt om de
spiegelmontagehoogte te vergroten. Installeer de bovenste montagebouten nooit via deze shims.
KENNISGEVING
b b b
a a c
WAARSCHUWING
!
a -
Uitlaatadapterplaat
b -
tapeinden motorblok
c -
montageplaatsen stuurplaat (monta‐
getapeinden aandrijfhuis)
4087
80
nld