Bekijken van de
weergave op een TV
U kunt de camcorder ook op een TV-toestel
aansluiten en zo een groter publiek van uw
opnamen laten genieten.
1
Open het afdekkapje van
aansluitingen (zie blz. 2).
Afdekkapje van aansluitingen
2
Sluit de camcorder met behulp van de
bijgeleverde audio/video/S-videokabel
op uw TV (of videorecorder) aan,
zoals afgebeeld.
TV of videorecorder
L-AUDIO-R
VIDEO
(MONO)
S-VIDEO
AV-IN
Audio/video/S-videokabel (bijgeleverd)
Naar de AV
aansluiting
:
De pijl toont de signaalloop.
Zwart: Naar de S-video-ingangsaansluiting
Geel: Naar de video-ingangsaansluiting
Wit: Naar de audio-ingangsaansluiting (L)
Rood: Naar de audio-ingangsaansluiting (R)
Opmerking:
• Zorg dat de camcorder, TV,
videorecorder en eventuele andere
apparatuur uitgeschakeld zijn voordat u
begint met de aansluitingen. Wanneer u
de aansluitingen maakt met de
apparatuur ingeschakeld, kan er
beeldruis ontstaan of kunnen er
storingen optreden.
3
Schakel de TV in en kies het "AV" of
"VIDEO" kanaal. (Zie de
gebruiksaanwijzing van uw TV.)
• Als u de camcorder via een
videorecorder op de TV aansluit,
moet u de videorecorder inschakelen
en het "AV" of "LINE" ingangskanaal
kiezen. Bedien de TV zoals u
gewoonlijk doet om naar een video te
kijken. (Zie de gebruiksaanwijzing
van uw TV en videorecorder voor
nadere bijzonderheden.)
4
Zet de spanningsschakelaar van de
camcorder op w en begin met de
weergave van de cassette (zie blz.
25).
Opmerkingen:
• Als uw TV of videorecorder is uitgerust met
een 21-polige Euro-SCART aansluiting, dient
een los verkrijg bare RCA/21-polige Euro-
SCART conversiestekker te worden gebruikt.
• Als uw TV of videorecorder maar één audio-
ingangsaansluiting heeft, dient u de witte
stekker te gebruiken voor de audio-
verbinding met uw TV of videorecorder.
• Als uw TV of videorecorder een S-video-
ingangsaansluiting heeft, hoeft u de gele
videostekker niet aan te sluiten.
• Sluit het afdekkapje van aansluitingen als u
ermee klaar bent.
Meer over de S-video-aansluiting
Bij de S-video-aansluitingen worden de
chrominantie (kleur) en luminantie
(helderheid) componenten van de
videosignalen gescheiden doorgegeven,
waardoor zowel tijdens opnemen als
weergeven een betere beeldkwaliteit wordt
verkregen.
27