2 Planning
2.3 Montagevarianten
Specificaties
MONTAGEVARI-
TESTBELASTING
KLEMBEREIK* [MM]
ANTEN
DUWEN / TREKKEN** [Pa]
CL1a
300 - 550
5400 / 2400
20 - 550
2000 / 2000
CL3
300 - 550
3000 / 2400
Korte kant: 100 - 250
CL5
2400 / 2400
Lange kant: 300 - 450
FB1
5400 / 2400
373
FB2
3000 / 2400
373
IP1
3000 / 2400
-
De volgende montagemogelijkheden zijn alleen onder specifieke voorwaarden mogelijk.
MONTAGEVARI-
TESTBELASTING
KLEMBEREIK* [MM]
ANTEN
DUWEN / TREKKEN*** [Pa]
CL2a
2400 / 1600
20 - 300
CL2b
1700 / 1600
20 - 300
(zonder rails)
*
Het klembereik bepaalt de afstand tussen de buitenste rand van het paneel en het midden van de paneelklem; let op de
details hieronder.
**
Belastingen volgens IEC 61215-2:2016 en UL 61730.
***
Testprocedure volgens IEC 61215-2: 2016 en UL 61730. Belastingen voor deze montagemogelijkheden voldoen niet aan de
eisen van de.
8
INSTALLATIE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING KRISTALLIJNEN ZONNEPANELEN Q.PEAK DUO ML-G11.X
PLANNINGSLAST
VEILIGHEIDS-
DUWEN / TREKKEN** [Pa]
FACTOR
3600 / 1600
1330 / 1330
2000 / 1600
1600 / 1600
1,5
3600 / 1600
2000 / 1600
2000 / 1600
PLANNINGSLAST
VEILIGHEIDS-
DUWEN / TREKKEN*** [Pa]
FACTOR
1600 / 1065
1,5
1130 / 1065
2 Planning
2.3 Montagevarianten
MONTAGE OPTIES
VEREISTEN
De in de tabel aangegeven belastingen hebben betrekking op de mechanische sterkte van het
Allemaal
zonnepaneel. De mechanische sterkte van het framesysteem inclusief de klemmen dient door de
systeemleverancier beoordeeld te worden. De volgende parameters werden gebruikt voor de
vermelde Qcells testbelastingwaarden: Klembreedte = 40 mm en klemdiepte = 10 mm.
De systeeminstallateur is verantwoordelijk voor de bepaling van de lokale belastingsvereisten.
Zorg ervoor dat de verbindingskabels van de aansluitdoos niet tussen het laminaat en de frame-
rails door lopen.
Het paneel buigt onder belasting. Daarom mogen geen scherpe objecten (bv. schroeven) in de
buurt van de achterzijde van het paneel aangebracht worden.
Zorg ervoor dat de onderconstructie de aansluitdoos niet raakt (ook niet onder belasting). Zorg
ervoor dat de klemmen of insteekprofielen het glas niet raken (ook niet onder belasting).
Ongelijk verdeelde sneeuwlasten (bijv. sneeuwoverhangen, sneeuwophopingen) die ter plaatse
tot aanzienlijk hogere belastingen leiden, moeten worden verwijderd of door technische maatre-
gelen worden vermeden.
CL1a, CL2a, CL3,
Zorg ervoor dat het paneelframe direct op de rail van de onderconstructie bevestigd is (geen af-
standhouders tussen paneel en onderconstructie toegestaan).
FB1, FB2
Houdt een minimale diepte van de draagconstructie aan van 15 mm op de achterzijde van het pa-
CL2b, CL3, FB2
neel.
De minimaal vereiste steundiepte aan de achterzijde van het paneel is 10 mm aan de lange zijde
CL5
van het frame en 15 mm aan de korte zijde van het frame.
Zorg voor een minimale steundiepte van 15 mm aan de achterkant en 10 mm aan de voorkant van
IP1
de module.
Gebruik corrosiebestendige M8-schroeven en ringen (diameter ≥ 15,8 mm of ≥ 0,62 inch). Montage-
FB1, FB2
schroeven en ringen moeten dezelfde materiaaleigenschappen hebben.
INSTALLATIE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING KRISTALLIJNEN ZONNEPANELEN Q.PEAK DUO ML-G11.X
9