FM-AFSTANDSBEDIENING
De auto kan met de afstandsbedieningen A
en B worden ontgrendeld of vergrendeld.
Ze worden gevoed door een batterijtje,
dat u kunt vervangen (raadpleeg de para-
graaf "FM-afstandsbediening: batterijtjes" in
hoofdstuk 5).
Portieren vergrendelen
Druk op de vergrendelknop 1.
Het vergrendelen ziet u aan het twee
keer oplichten van de knipperlichten en de
zijknipperlichten.
Als een portier (of de achterklep) open staat
of niet goed is gesloten, worden de portieren
en de achterklep vergrendeld en snel ont-
grendeld en knipperen de knipperlichten en
de zijknipperlichten niet.
Ontgrendelen van de portieren
Met een druk op knop 2 kunnen de portieren
ontgrendeld worden.
Het ontgrendelen ziet u aan het één keer
oplichten van de knipperlichten en de zij-
knipperlichten.
1.4
gebruik
A
1
Enkel de achterklep
vergrendelen
Druk op de knop 3. De achterklep wordt
lichtjes geopend.
N.B.: bij draaiende motor, contact aan en in
de stand "Accessoires", werken de knoppen
van de sleutel niet.
2
3
tjes, in de auto liggen als u de auto ver-
laat en er een kind (of dier) in de auto zit.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar
brengen door de motor te starten, door
organen te bedienen zoals bijvoorbeeld
de ruitbediening, of de portieren te ver-
grendelen.
Risico van ernstige verwondingen.
B
1
2
3
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Laat uw sleutel of afstandsbe-
diening nooit, zelfs niet even-