Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikersmenu
Symbool
Nachtmodus
In de nachtmodus staat de ventilator op stand 1 ; deze modus kan trou-
wens ook werken in combinatie met de automatische modus; de handma-
tige bedrijfsmodus of de weekprogrammamodus.
Ga als volgt te werk om begin- en eindtijdstip van de nachtmodus in te
stellen.
Stap
Actie
1
Na het activeren van de nachtmodus (het symbool knippert),
drukt u ONDERAAN op de navigatieknop waarna het begintijd-
stip knippert in de informatiebalk.
2
Stel het begintijdstip in door eerst BOVENAAN/ONDERAAN en
vervolgens in het MIDDEN van de navigatieknop te drukken om
zo uw keuze te bevestigen, waarna het eindtijdstip in de infor-
matiebalk verschijnt.
3
Stel het eindtijdstip in door eerst BOVENAAN/ONDERAAN en
vervolgens in het MIDDEN van de navigatieknop te drukken om
zo uw keuze te bevestigen. De begin-en eindtijdstippen van de
nachtmodus zijn nu ingesteld.
Om de nachtmodus te deactiveren, druk in het MIDDEN van de navigatie-
knop terwijl het icoon knippert.
Naverwarming
Wanneer een (optionele) naverwarming is aangesloten, kan die worden in-
gesteld volgens een van de drie navolgende principes.
T2) Naverwarming voor aangename toevoerlucht :
wanneer naverwarming alleen bedoeld is om aanvoer van koude lucht en
het onbehaaglijk gevoel van tocht te vermijden, dan kan parameter T2
(toevoerluchttemperatuur) worden aangewend als instelpunt en regeltem-
peratuur. (Af fabriek ingesteld op +18 °C.)
T3) Naverwarming voor het opwarmen van de woning :
wanneer de naverwarming als belangrijkste warmtebron wordt gebruikt
om het hele huis op te warmen, dan kan parameter T3 (afzuigluchttem-
peratuur) worden aangewend als instelpunt en regeltemperatuur. (Af fa-
briek ingesteld op OFF, hetgeen wil zeggen dat, eens voorbij dat instel-
punt, de verwarming niet langer meer wordt geregeld.)
T5) Naverwarming voor het opwarmen van de woning of ruimtes :
wordt de naverwarming als belangrijkste warmtebron gebruikt om het hele
huis en/of bepaalde ruimtes op te warmen, dan kan parameter T5 (d.w.z.
de door de afstandsbediening gemeten temperatuur) worden aangewend
als regeltemperatuur in de ruimte waar de afstandsbediening zich bevindt.
(Verschillende afstandsbedieningen kunnen worden aangesloten.) (Af fa-
briek ingesteld op OFF, hetgeen wil zeggen dat, eens voorbij dat instel-
punt, de verwarming niet langer meer wordt geregeld.)
Beschrijving
9
Advertenties
Inhoudsopgave
